Uw wachtkamer ligt vol met folders en opvoedende tijdschriften, over jeuk en enge ziektes. In de spreekkamer licht u voor, u wijst met uw kennis de weg naar gezondheid. Nog liever praat u als een ouderwetse pastoor over de dreigende hel en verdoemenis van alle ziektes die een mens kan krijgen. Uw patiënten moeten zich laten uitstrijken, diëteren, de sportschool injagen, bloeddrukmeten en medicijnen gebruiken, driemaal daags. Uw patiënten doen structureel de verkeerde dingen. Daarom zijn het patiënten.
Dat hele voorlichtingscircus is bedoeld om mensen te leren omgaan met ziektes of ziektes te voorkomen. Dat denkt u tenminste. Het is ook moraliseren wat u doet. U bedoelt het niet zo natuurlijk. U heeft geen oordeel, uiteraard. Maar zo komt het wel over. U bedoelt het goed, patiënten niet. Patiënten zondigen of kunnen dat gaan doen. U bent de medische postbus 51.
…
Verhalen vertellenLees verder »