Pijnsoftware

Mensen met overal veel chronische pijn zonder voldoende verklaring zeggen vaak dat ze een hoge pijndrempel hebben. Technisch gezien is dat niet zo. Het is omgekeerd. Ze hebben bijvoorbeeld pijn van een tennisarm, de peesontsteking bij de elleboog, bij geringe bewegingen, of zelfs in rust. Hun pijndrempel is dus verlaagd vergeleken met mensen die hun tennisarm alleen maar voelen als ze een nieuwe pot augurken opendraaien.

Wie zegt ´Ik heb een hoge pijndrempel´ bedoelt te zeggen dat hij erg zijn best doet er het beste van te maken, leven met chronische pijn. En dat doen ze ook. Wat komt eerst, de lagere pijndrempel of het chronische pijnsyndroom? Dit is uitgeprobeerd. Bij grote aantallen mensen is de pijndrempel gemeten met een apparaatje dat met steeds meer kracht op je arm drukt tot het zeer doet. Die kracht lees je af van het metertje. De uitslagen verschilden. Logisch, want mensen verschillen.

Na twaalf jaar zijn al die mensen weer nagekeken. Een aantal had in de loop der jaren chronische pijn ontwikkeld. Weer is bij allen de pijndrempel gemeten. Het bleek dat mensen met chronische pijn – vergeleken met anderen – tevoren geen verlaagde pijndrempel hadden. Ze kregen het. De lage pijndrempel was een gevolg, geen oorzaak. Chronische pijn komt dus niet door een lage pijndrempel, niet door te hard werken en niet door ongelukken. De hardware van het zenuwstelsel is op orde, of kan tegen een stootje. Chronische pijn is een software probleem. Er komt een tijd dat we verse pijnsoftware kunnen downloaden in het brein, thuis, van het internet. De bijwerking ken ik al: mensen die wekelijks een downloadje doen, bij de internetdokter. Of het werkt maakt dan niet meer uit. Als het maar helpt. Geneeskunde zal nooit veranderen.