(vervolg op ‘Erik heeft Downsyndroom’)
Waarom vinden we stiekem dat er teveel geld uitgegeven wordt aan mensen met een gebrek? Dat komt omdat de AWBZ-wet geen ‘eigen schuld’ kent, want die wet gaat van het schuldloze gebrek uit. Onder ons praten we wel zo, in het openbaar niet. Voor iemand met een gebrek die het er zelf naar gemaakt heeft hebben mensen in mijn kroeg geen gemeenschapsgeld over. Voor wie zijn gebrek is overkomen hebben ze wel geld over. Voor mijn broer Erik met Down betalen ze graag belasting, voor de verslaafde niet. Maar het is ingewikkelder dan eigen schuld of niet. Het gaat om drie manieren van beoordelen.
De ideologie achter de opvolger van de AWBZ-wet en de opvolger, de WMO-wet, is het gebrek onveranderbaar is en de gebrekkige hulpeloos en schuldeloos. De oplossing volgens de WMO-wet is de schuld te geven aan de samenleving in het klein, de buren, de familie. Die doen te weinig om gebrekkigen te helpen. Dat kun je organiseren volgens Hilhorst *. Voeg daar eigen schuld aan toe en je hebt drie criteria om te beslissen over een gehandicapten voorziening, AWBZ of WMO. Martketing-technisch is het beter ‘eigen schuld’ te formuleren als ‘eigen verantwoordelijkheid’, maar het is het zelfde.
Met deze drie, 1) pech, 2) omgeving meer doen en 3) eigen schuld, kun je beschaafd bezuinigen. In hoeverre is het onveranderbare pech als een lam been of het syndroom van Down? In hoeverre kan de omgeving meer doen en vraagt de gehandicapte dat ook? In hoeverre zet de gehandicapte zich in om er wat van te maken?
Alle drie is een kwestie van opvatting, alle drie is betrekkelijk,alle drie is politiek. Wie met of zonder psychische stoornis zijn hele netwerk van zich heeft vervreemd krijgt geen gehandicapten taxi omdat hij zo eenzaam is, ook de immobiele 90-plusser niet. Wie verlamde benen heeft wel. Wie steeds weer verslaafd raakt krijgt steeds minder hulp. Wie door eigen beslissingen in de schulden komt krijgt geen schuldhulpverlening. Wie niet wil verhuizen naar een gelijkvloerse woning, krijgt geen traplift. Wie weigert hulp te vragen of ruzie heeft met iedereen krijgt geen extra thuiszorg.
Weer terug naar broer Erik. Met het syndroom van Down krijg je wel zorg en huisvesting. Maar Erik krijgt geen scootmobiel als hij te dik wordt om te lopen. Ook Erik kan diëten en sporten. De familie van Erik kan dat organiseren. Pech, mantelzorg en eigen inzet, per criterium per probleem per persoon kun je dit wegen. Met dit drietal kun je bezuinigen op sociale voorzieningen. Wel heb je elke keer discussie over de beslissingen, de normen, de werkwijze. Die discussie hebben we nu binnenskamers. Dan doen we het in het openbaar.
* Pieter Hilhorst. Sociale kracht als vangnet. S&D 5/6, 2011