Wie ziek wordt op vakantie treft vaak buitenlandse dokters met andere opvattingen. Franse dokters geven altijd drie medicijnen, voor alles, nodig of niet, vaak gewone drogisten medicijnen in een medisch verpakking. Engelse dokters kijken je met een vies gezicht aan als je om zetpillen vraagt. “Filthy dutchmen”, hoor je ze denken. Voor de rest doen ze gewoon, niet teveel, niet te weinig.
Turkse dokters zijn gek op onderzoek doen met echo’s en scan’s. Zij vinden altijd wel een afwijkinkje waarmee ze trots elke klacht verklaren. Voor Duitse en Oostenrijkse dokters is diagnostiek meer een argument om te behandelen. Ze zijn dol op veel behandelingen: medicijnen, spalken, gips, indrukwekkende fysiotechniek en veel injecties, liefst alles tegelijk. Surinaamse dokters zijn net Nederlandse dokters. Vakantie dokters in Spanje zijn nogal eens geëmigreerde Nederlandse dokters. Gewone Nederlandse nuchterheid, zou je denken. Maar niet allemaal. Er zitten ook zakenlui tussen. Laatst heeft zo’n Nederlandse Costabrava-dokter met zijn fysiotherapeut een kleine spierscheur in de kuit uitgemolken tot aan de € 2000 aan declaraties. Krukken, zwachtelen elke dag, 10 behandelingen met ultrageluid, talloze medicijnen en veel spreekuur bezoek. Voor een spierscheur die vanzelf over gaat. Bij ons kost dat € 9 en 5 minuten tijd.
Haal de vakantiegeneeskunde uit het ziekenfondspakket. Laat iedereen zichzelf verzekeren voor ziek worden in het buitenland, met per land een verschillende premie. Voor Engeland en Suriname een lage premie, voor de rest het driedubbele. Dan kan onze gewone ziektekostenpremie omlaag.
Brief van Grasmeijer, Nederlandse huisarts in Spanje,
In reactie op ‘Vakantiedokters” welk stukje als column geplaatst is in Huisarts & Wetenschap
Over knollen, citroenen en grenzeloze arrogantie
Nico van Duijn beschrijft in HenW nr 6, van juni 2010 op pagina 336 onder de kop “vakantiedokters” wat eigenaardigheden van de geneeskunde in enkele polpulaire vakantielanden. Het lijkt hem te verbazen dat er tussen de naar Spanje geëmigreerde nederlandse artsen wat zakenlui zitten. Alsof er onder de in Nederland achtergebleven artsen géén zakenlui zouden voorkomen! Van Duijn meldt dat “bij ons” (in Nederland) een consult wegens een spierscheur in de kuit € 9,- en vijf minuten tijd kost. Alsof zo´n patiënt in Nederland nóóit bij een fysiotherapeut zou kunnen belanden. Hij vergeet verder gemakshalve het abonnements-honorarium plus eventuele toeslagen te vermelden die de Nnederlandse huisarts ontvangt, óók als de patiënt een groot deel van het jaar in het buitenland verblijft. Het zou me zéér verbazen als veel Nederlandse huisartsen bij een buitenlandse passant een consulttarief van € 9,- hanteerden. De tarieven van huisartsenposten in Nederland zijn in elk geval wel iets hoger.
Van ernstig zieke patiënten hoor ik soms dat de Nederlandse dokter waar zij zich vervoegden met een brief uit Spanje, deze brief niet of nauwelijks werd gelezen of zelfs ongeopend in de prullenbak belandde, dit ten nadele van de patiënt, de dokter zelf en de verzekeraar. Collegialiteit houdt voor deze collega´s kennelijk aan de grens op, en het verstand ook.
Van Duijn pleit er voor om vakantiegeneeskunde uit het ziekenfondspakket te halen. Hij denkt dat dan “onze” ziektekostenpremie omlaag kan. Nu heeft een kostenverlaging bij mijn weten nog nooit tot een premieverlaging geleid, maar afgezien daarvan: er worden geregeld patiënten met toestemming van de verzekeraars naar Spanje gevlogen, want de behandeling schijnt hier net zo goed te kunnen zijn en goedkoper dan in Nederland. Toch zullen sommige verzekeraars dit plan van Van Duijn wel interessant vinden: minder kosten en dus meer wins; plus met de nieuwe vakantieverzekering een nieuw melkkoetje erbij.
Wij nodigen Nico van Duijn uit om zich persoonlijk op de hoogte te komen stellen en dan verslag uit te brengen in HenW.
Met vriendelijke groeten,
Enno Grasmeijer, huisarts, (NHG-lid, twintig jaar werkzaam in Spanje en nog lang niet rijk)
namens de Nederlandse huisartsengroep in Benidorm
Nico van Duijn, huisarts 15 juli 2010
Gezondheidscentrum de Haak
Schoolstraat 32
1354 HP Almere
www.nicovanduijn.nl
n.vanduijn@chello.nl
aan Enno Grasmeijer, huisarts
Nederlandse Huisartsengroep Benidorm
Betreft Mail ‘Over knollen, citroenen en grenzeloze arrogantie’
Beste Enno,
Het thema van de column was verschillen tussen landen in geneeskundig handelen. De stijl van een column houdt in dat je generaliseert met onverwachte wendingen en verbindingen om een boodschap over te brengen. Soms levert een column een glimlach op over iets opvallends anders, anders dan verwacht bijvoorbeeld. Een column kan inspirerend werken als je een bijzondere gebeurtenis een kwartslag draait. Dan kan ergernis verbazing worden of zelfs ontroering. Maar steeds gaat het om wat de columnist goed of fout vindt, volgens de eigen norm. Het is dus moraliseren. Mijn norm is een chauvinistische, de Nederlandse. Mijn stijl die van een dominee.
Natuurlijk heb je gelijk met al je opmerkingen over hoe het werkelijk in elkaar steekt. Het verschil is dat ik het over de norm heb en niet over de genuanceerde werkelijkheid. Voor het laatste zijn andere vormen meer geschikt zoals de Beschouwing of zelfs het wetenschappelijke artikel.
De polemiek is overigens ook een respectabele vorm. Dan passen teksten als ‘knollen en citroenen’, ‘grenzeloze arrogantie’, ‘kostenverlaging leidt nooit tot premieverlaging’, ‘in Spanje is de geneeskunde net zo goed en goedkoper’ en ‘vakantieverzekering is een melkkoe voor de ziektekostenverzekeraar’. De polemiek dient het bevechten van het eigen gelijk, welk doel ongenuanceerde – daardoor onware – argumenten heiligt.
Een column verhoudt zich tot de werkelijkheid zoals een schilderij van Picasso met een mensenfiguur zich verhoudt tot een foto van een mens: twee verschillende werelden van kijken. Dan is een polemiek een ‘getructe’ oorlogsfoto om een oorlog te stoppen: het doel heiligt de middelen.
Een columnist heeft altijd gelijk. Een polemist krijgt het soms.
Met vriendelijke groeten,
Nico van Duijn