Niet-symptomen

Symptomen zijn kenmerken van ziekte, bouwstenen voor diagnoses. Ze zijn er in soorten. Gebruikelijk doen we het met symptomen die er zijn, soms met symptomen die ontbreken, de “niet-symptomen”.

Blauwe nagels bij traplopen en roze in rust is een sterk symptoom voor ernstig zuurstofgebrek. Samen met een diepe, smerige hoest en koorts is het een sterk setje symptomen. Dan is het een ernstige longontsteking. Allerlei uitzonderingen zijn mogelijk, zoals  longontsteking met hartfalen samen. Maar het blijft een zekere longontsteking. Nou ja, bijna zeker. Want 100% zeker krijg je niet in de geneeskunde en zelfs dat is niet 100% waar.

Symptomen die er niet zijn geven ook zekerheid.

Geen hoesten, niet snotterig, maar wel keelpijn, koorts en klieren is een keelontsteking waar penicilline voor helpt. Met hoesten is het een virus. Dan helpt penicilline niet. Niet hoesten is in dit setje een sterk niet-symptoom. Een niet zieke, maar snotterige, kwijlende peuter met flinke koorts zal doorkomende tandjes hebben en geen luchtweginfectie. Niet ziek zijn ondanks flinke koorts is hier een sterk “niet-symptoom”. Wel flink benauwd zijn maar geen gepruttel met de stethoscoop horen is eerder een longembolie dan een longontsteking. Geen gepruttel is een “niet-symptoom”, een sterk, maar ongericht symptoom in dit geval. Want zeldzame soorten longontstekingen kunnen ook. “Niet-symptomen”: ze kunnen even sterk duiden op ziekte als aanwezige symptomen dat doen. 

“Niet-niet-symptomen kunnen ook, bijvoorbeeld een hartinfarct zonder pijn op de borst maar wel alle andere symptomen. Pijn op de borst hoort er niet niet te zijn. Symptomen, we hebben ze in alle soorten en maten. Wel-symptomen, niet-symptomen, niet-niet-symptomen, vroege en late symptomen, ijzersterke zeldzame symptomen en zwakke veelvoorkomende symptomen. Het is ons gereedschap, om diagnoses te bouwen.