Honger

Voor de diagnose honger is geen code te vinden in ons registratiesysteem. Ik heb het maar als armoede gecodeerd; dat kan wel. Vrijdag had ik die diagnose nodig. Ik heb een tientje gegeven in plaats van een recept. Erg onprofessioneel natuurlijk. Ik zou moet signaleren, teams inlichten, aanmelden bij consulenten en coördinatoren. Maar dat kost tijd, dat doe je na het spreekuur.

Neem nu die niet verwijsbare verwarde man. Hij heeft al vele jaren geen stroom of gas: geen verwarming, niet kunnen koken. Het laatste voedselpakket met koffie en macaroni hielp dus niet erg. Hij ruikt fris en ziet er netjes uit. Koude douche en een handsopje, denk ik dan. Ik vermoed dat hij slachtoffer is van een foute torenhoge electra-rekening samen met een strak incasso beleid, in zijn geval is dat een levenslange korting op zijn uitkering. Vijf jaar geleden was dat de nieuwe stoere aanpak. Ik weet wat u denkt, nee, hij is geen wiedteler. Post beantwoordt hij niet, doet de deur zelden open. Hulp zoekt hij niet of wijst die af. Uitnodigingen voor steun, een praatje, wat hulp of een boterham laat hij lopen. Hij geeft wel altijd vriendelijk antwoord. Honger en kou vindt hij niet erg. Hij is van een andere wereld. Zolang hij nog in deze wereld rondloopt, niet lang meer wat hem betreft, zolang bedelt hij wat aan het eind van de maand. Of het allemaal klopt? Kan hij niet slimmer met zijn geld om gaan? Ik heb geen idee. Voor dit soort mensen hebben we allerlei hulpverlening. Toch gaat het mis, de vruchteloze huisbezoeken van allerlei diensten stoppen na tien keer een dichte deur. Mensen als deze zijn maatschappelijk gezien baby’s. Baby’s doen de deur niet open, ze bellen niet terug, ze kunnen geen formulieren invullen. Kleine baby’s hebben ouders die zorgen voor eten en de kachel. Hij is een grote vriendelijke baby, met honger, zonder ouders. Maandag die instantie maar eens bellen. Het is zes uur, etenstijd thuis.