Mensen met veel klachten zonder verklaring reageren daarop verschillend. Er zijn stille ploeteraars, er zijn demonstratieve lijders. Er zijn ook wanhopig zoekenden. Die willen een mooie diagnose. De klachten moeten medisch afgezegend worden, het liefst in het latijn. Ze gaan op zoek. Dat kan jaren duren, maar uiteindelijk vindt iedereen zijn diagnose, desnoods van een natuurgenezer in Almere-Buiten. Maar het gaat ze niet om de diagnose. Ze willen erkenning voor hun lijden, en troost. ‘De dokters snappen niet hoe erg het is!’ Meestal gooi ik er dan nog een schepje begrip bovenop.
Laatst had ik daar geen zin meer in. Zomaar, zo’n dag heb je wel eens. Ik nam het de man kwalijk. Mij verwijten dat ik hem niet begreep. Wat denk je wel, zeg! Al 20 jaar schrijf ik verwijsbrieven en recepten voor alles wat je vraagt, vol begrip. En jij gaat mij verwijten maken? Tranen met tuiten bij de man. Toen konden we weer zaken doen, op mijn manier, de geneeskundige strategie, een soort preek eigenlijk. De diagnose had hij al, na een tweede mening in Assen en een derde in Tilburg. De diagnose beschreef zijn klachten keurig, maar loste niets op. De prognose was ook duidelijk. Na acht jaar gaat het niet meer over, volgens de laatste specialist. Drie soorten medicijnen geprobeerd, ééntje verlichtte wat. Wat hij nodig had was een begripvolle specialist, leek me. Niet de knapste dokter, liever niet de knapste dokter zelfs. Misschien een vierde medicijn proberen, maar dan een keer stoppen met behandelen. Dan volgt het afscheid nemen van de geneeskunde. Daarna pas is er hoop op rust. Accepteren dat de klachten blijven. Hier barstte hij weer in huilen uit. En dat begreep ik wel.