Nico van Duijn

Jeugdzorg anders regelen, goedkoper en beter

Financier jeugdzorg per instelling, niet per cliënt. Laat jeugdzorg zelf de toegang bepalen; geen wachtlijst is dan voorwaarde. Stop ineffectieve preventie, vroeghulp en dagopvang.

https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/jeugdzorg-anders-regelen

In Almere is de grote jeugdzorginstelling Triade gestopt met ambulante hulp, want het geboden tarief kon niet uit. Hun vele onderaannemers hangen nu in de lucht. Zo’n crisis biedt kansen voor radicale ingrepen. Dat is nodig, want meer procedures werken niet. Landelijk is er bestuurlijke paniek, met declaratiehandreikingen die niet werken en een nieuwe Jeugdautoriteit die meer gegevens wil. Werkt duct-tape niet? Meer duct-tape!

De jeugdhulpverlener bepaalt de toegang

Toewijzen van jeugdzorg door de gemeente heeft geleid tot overbodige bureaucratie. Strakke bureaucratie is heilzaam, maar overbodige bureaucratie niet. Dat toewijzen door de gemeente kan dus beter worden geschrapt. Iedere zorgverlener krijgt een budget, met als enige harde afspraak: een redelijke wachttijd.

Zo’n regeling bespaart zowel gemeente als zorgverlener kostbare administratietijd. Gemeenten contracteren dan capaciteit, zoals ze dat ook doen met brandweer en daklozenopvang. Ze bepalen niet wanneer de brandweer uitrukt of welke dakloze wordt opgenomen, maar stellen voorwaarden als maximale aanrijtijd of voorrangsregels. Zo kan de gemeente ook de jeugdzorg loslaten.

Toegang regelen

De jeugdzorgverlener selecteert bij de poort. Onderzoek toont aan dat zware deskundigheid bij de toegang het beste werkt (Verweij-Jonkers Instituut, 2021). Lichte zorg als standaard en pas opschalen indien nodig voorkomt geen zware zorg, maar zorgt voor stapelende wachttijden.

Bij de toegang wordt bepaald wie direct zware zorg nodig heeft, wie lichte begeleiding, en wie “nee” te horen krijgt. De tweede knop die instellingen bedienen is de doorstroming: hoe vaak en hoe lang iemand behandeld wordt. Verschillen hierin zijn normaal, zoals ook in andere vrije beroepen. De gemeente hoeft zich daar niet in te mengen.

Schrap ineffectieve interventies

Ten eerste: stop preventie, vroeghulp en voorlichtingsprojecten die geen echte interventie zijn. Onderzoek (Commissie van Wijzen, 2021; AEF, 2020) laat zien dat zulke programma’s juist extra zorgvragen oproepen.

Ten tweede: bouw dagopvang af. Dagopvang parkeert gezinsproblemen zonder ze op te lossen. Ambulante gezinshulp werkt wel. Verschuif daarom het budget van dagopvang naar ambulante hulpverlening.

Ten derde: stop de vergoeding van onbewezen interventies zoals gametherapie, paarden coaching, sport- en speltherapie en neurofeedback. Pas als aanbieders via degelijk onderzoek effectiviteit aantonen, komen ze opnieuw in aanmerking voor vergoeding.

Mag dit allemaal?

Ja, dit kan binnen de Jeugdwet. Het wordt zelfs aangeraden in publicaties van de Algemene Rekenkamer (2023) en de Handreiking ‘Inzicht in tarieven jeugdhulp’ van de Jeugdautoriteit (2023).

Wat eerst?

  • Begin met wat de gemeente zelf in de hand heeft: de financiering. Zorg dat zware instellingen zoals kinder- en jeugdpsychiatrie, 24-uursverblijven en crisisopvang direct hun bestaan bekostigd krijgen via instellings- of populatiefinanciering. Niet monitoren, geen gedoe. Wachtlijst beheersing is de enige voorwaarde.
  • Daarna kan worden gekeken welke ambulante programma’s effectief zijn en waar samenwerking nodig is.
  • Stop vermoedelijk ineffectieve interventies, tenzij aanbieders het tegendeel bewijzen.
  • Ten slotte: experimenteer met het sluiten van dagopvang, de uitbreiding van ambulante hulp, en het werken met wachttijdbeheersing en toegangssturing door zorgverleners zelf. Als stok achter de deur blijft: wie niet meewerkt, keert terug naar het oude declaratiesysteem.

Conclusie

Er is veel mogelijk: minder bureaucratie, betere zorg, lagere kosten. Als men durft.

De uitwerking (3000 woorden) in ‘Jeugdzorg anders regelen uitgewerkt’ waarin ook de kwaliteitsbewaking wordt besproken

28 april 2025

Jeugdzorg anders regelen, goedkoper en beter Read More »

Jeugdzorg anders regelen uitgewerkt

Uitwerking van de gepubliceerd versie ‘Jeugdzorg anders regelen’ op deze website

Jeugdzorg anders regelen, goedkoper en beter – nicovanduijn.nl

Jeugdzorg onbeheersbare voorziening beheersbaar maken
De moeizame beheersbaarheid van de Jeugdzorg en de chronische kostenstijging dwingt tot ingrijpen. Ingrijpen betekent pijnlijke keuzes maken. Nu Triade met de hele ambulante jeugdzorg gestopt is en hun talloze zorg-onderaannemers in de lucht zweven geeft dit kansen voor wat radicalere ingrepen. Een crisis biedt kansen.

De kunst is ieders belangen zo te rangschikken dat iedereen de goede kant op loopt; en behoorlijk slecht af is als die dat niet doet. Niet duwen tegen de ezel, maar een wortel voor zijn neus (geen administratieve belasting meer, budget overhouden). Willen ze niet, dan is de stok weer vrolijk per verrichting declareren. Ga lekker je gang. En doe als gemeente wat je zonder ingewikkelde toeren gewoon kunt doen, namelijk aan de knop van financiering te draaien, niet aan de knop van de inhoud en de indicaties, want dat kunnen zorgverleners beter dan op het stadhuis. Een besluit nemen is voldoende en dat leg je uit. Consensus met het veld is goed voor de sfeer, maar eigenlijk niet nodig.

Paragrafen

  • Ideologie zit in de weg
  • Kan de gemeente stoppen met de toegang regelen?
  • Ingrepen
  • Opbrengst
  • Wijze van financieren
  • Indiceren
  • Indicaties en intake
  • Overdracht van dossier niet dubbel doen
  • Diagnostiek
  • Bureau Save Jeugdbescherming [1]
  • Wat kan geschrapt worden
  • Ambulante gezinshulp versus dagopvang
  • Dagbehandeling
  • Kinder- en jeugdpsychiatrie
  • 24-uurs verblijf
  • Crisisopvang
  • Verantwoording en budgetbewaking
  • Selectie aan de poort en wachttijden
  • Gemeentelijke voorwaarden
  • Aansluiting volwassen GGZ
  • Kwaliteitscontrole

Ideologie zit in de weg

De vermoede ideologische achtergrond zal wijziging verstropen. Bij discussies over stelselwijzigingen is het verstandig om onderscheid te maken tussen rationele argumenten, praktijkervaring en ideologie.

Ideologie 1 De overheid moet tot in detail sturen op kosten en inhoud. Wettelijk hoeft dit niet. De eindverantwoordelijkheid van de gemeente is anders te regelen dan alles zelf doen.

Ideologie 2 Individuele mensen hebben recht op jeugdzorg, is de heersende ideologie. Of iemand welke jeugdzorg krijgt lijkt nu vraaggestuurd te zijn en dat is in die ideologie logisch. Maar deze opvatting is onhoudbaar gebleken. Een stad heeft recht op jeugdzorg, zoals een stad ook recht heeft op brandweer en veilige wegen. De overheid stelt wel voorwaarden, zoals de overheid aanrijtijden met de brandweer afspreekt, maar zelf geen uitrukbevelen geeft.

De nieuwe ideologie is dus “De stad heeft recht op jeugdzorg”.

Ideologie 3 Alle mensen zijn gelijk en hebben gelijke rechten op alles. Dit is onjuist, want wie niet meewerkt krijgt minder en slechter aanbod. Dat is slecht voor het kind, dat is waar. En er zijn onbehandelbare situaties. Ook die moeten geholpen worden, maar dit vergt een geheel andere aanpak.

Voorbeeld: een pasgeboren baby in een gezin waar al twee kinderen uit huis zijn geplaatst. Die baby gaat ook uitgeplaatst worden. Maar de begeleiding van die ouders is geheel anders dan van ouders die meewerken en behandelbaar zijn.

Kan de gemeente stoppen met de toegang regelen?

Ja, dat kan. De Jeugdwet biedt ruimte voor mandatering, mandatering aan de zorgverlener. Daar kun je maximaal gebruik van maken als de controlemechanismen simpel en werkbaar zijn. Hierover is onder deskundigen consensus. Het vergt wel bestuurlijke moed.

Ingrepen

  • Sommige jeugdzorg voorzieningen schrappen, omdat ze niet effectief zijn
  • Administratieve inspanningen terugbrengen door veel niet te doen,
  • Stoppen met het centraal controleren, stoppen met ambtelijk indiceren van zorg
  • Zelfregulatie organiseren door het indiceren bij de hulpverlener te laten
  • Vaker bekostigen per instelling dan per cliënt.

Opbrengst

Flink wat bureaucratie schrappen (10-30% van de tijd van hulpverleners), dagopvang schrappen, meeste preventieprojecten stoppen, veel ineffectieve interventies stoppen. Een tweede opbrengst is dat bezuinigen heel makkelijk kan met instellingsbudgetten; uitbreiden ook.

Zie paragraaf Welke voorziening kan geschrapt worden.

Wijze van financieren

Noodzakelijke instellingen als de regionale crisisopvang jeugd, de 24-uurs verblijfsinstellingen en de kinder- en jeugdpsychiatrie kunnen beter met een regionaal meerjarenbudget gefinancierd worden, zonder verrekening per cliënt, zonder gedetailleerde controle per handeling, met éénregelige verantwoording. De Jeugdbescherming wordt al zo gefinancierd. Net zo wordt het Oranjehuis, de daklozenopvang en de brandweer gefinancierd. Dan kan dat ook in de jeugdzorg. Dit is eenvoudiger en goedkoper.

Het kan, het bestaat, en het mag Handreiking ‘Inzicht in tarieven jeugdhulp’ | Convenant | Jeugdautoriteit , hoofdstuk 4. Het moet zelfs volgens De Rekenkamer en de Jeugdautoriteit. ​The threat from within+4Algemene Rekenkamer+4Algemene Rekenkamer+4 [2]

Nog makkelijker dan instellingsfinanciering is populatiefinanciering, naar het aantal inwoners per gemeente. Dan hoef je achteraf niet te verrekenen naar waar de jeugdige woonde. Het probleem van jeugdigen zonder verblijf is dan ook opgelost.

De tientallen lokale jeugdzorg leveranciers zijn ook met een instellingsfinanciering te financieren, naar de capaciteit die je wilt. Het declareren van individuele zorgvragen kan geschrapt worden, onder de voorwaarden, zie paragraaf Gemeentelijke voorwaarden.

Opbrengst: Geschat 10-30% van de kosten van instellingen.

Indiceren

Nu wordt jeugdzorg geïndiceerd door de gemeente, strak geprotocolleerd. Zorgverzekeraars doen dat ook, voor de volwassen GGZ. Dit heeft perverse effecten, zoals budget opmaken, wachtlijst in oktober, alleen simpele diagnoses toelaten, en 10 keer behandelen als dat het maximum is, nooit 6 of 12 keer.

Dat kan anders.

Indicaties en intake niet dubbel doen

Als de ene zorgvoorziening een andere zorgvoorziening nodig acht, dan wordt dat indiceren en die intake niet overgedaan. Geen centrale indicering, wel een centrale ingang bij Bureau Save Jeugdbescherming. Wie indiceert, diagnosticeert en andere hulp inschakelt maakt niet uit. Twee keer hetzelfde doen, door de verwijzende én door de behandelende instelling, dat is een beetje raar. Goed presterende gemeenten doen dit al Verweij-Jonkers instituut, 2021 220470_Eigenwijs_transformeren_WEB.pdf

Hoogopgeleide specialisten bij de toegang, van elke  instelling en zeker bij Save Jeugdbescherming, is een bewezen succesfactor. De logische gedachte dat opschalen bij intake een verstandige methode is blijkt onjuist.[3] Hoe? Er zijn voldoende standaarden beschikbaar, zoals Materialen Verklarende Analyse › Accare.

Overdracht van dossier

Dit kan alleen met toestemming van ouders. Krijgt men die getekende toestemming niet, dan verbied de Privacywet die overdracht. Als ouders niet meewerken, bijvoorbeeld na scheiding, dan krijgen hun kinderen slechtere jeugdzorg. Alle deskundigen waaronder het Nederlands Jeugdinstituut bepleiten aanpassing van de Privacywet. Dit is gaande, maar duurt een paar jaar.

Gecertificeerde instelling als de Jeugdbescherming mogen wel zonder toestemming gegevens opvragen bij huisarts en psycholoog. Maar die durven niet; tuchtzaken genoeg. Er zijn al voorbeelden van betere samenwerking. Die zijn echter gestopt, omdat gemeenten huiveren de grenzen van de Privacywet op te zoeken. Een instelling geeft ambulante gezinshulp en heeft een respijt dagopname nodig van een paar weken voor één van de kinderen. Dat vinden ze, dat onderbouwen ze en ze vinden een plekje. De instelling van de dagopname doet de procedure niet over. Ze loggen in en werken door in het dossier, met software die iedereen kent, omdat deze overal hetzelfde is.

Dit is toekomstmuziek. Privacy ethici wrijven in hun schone handen, het kind van niet-meewerkende ouders blijft in de prut zitten.

Diagnostiek

Ergens in het systeem wil je terecht kunnen voor diagnostiek als de intake die vraag oproept. Niet altijd dus, want voor een goed plan van aanpak is niet altijd formele diagnostiek nodig.  Gewone diagnostiek kunnen de instellingen zelf, van globaal screenend tot specifiek diagnostisch, van uitsluitend tot aantonend. Er zijn veel gevalideerde instrumenten hiervoor. Of die ook gehanteerd worden valt te bezien. Zie paragraaf Gemeentelijke voorwaarden. Blijven er dan nog vragen over, bijvoorbeeld door comorbiditeit, dan gaat de kinder- en jeugdpsychiater aan het werk.

Bureau Save Jeugdbescherming

De centrale regelinstantie die jeugdzorg toewijst, de toegangspoort voor het hele systeem. Hier komen ook de rechterlijke uitspraken over bijvoorbeeld uithuisplaatsing terecht, de jeugdbescherming en de voogdij. Technisch gesproken is dit een gecertificeerde instelling, waardoor het zo’n instelling onder andere toegestaan is meer ruimte te nemen rond de privacywet bij het in kaart brengen van een gezinsprobleem. Dit werkt niet, zie paragraaf Overdracht van dossier.

Aanpak: Als de kwaliteit, capaciteit, tempo en de diagnostische vermogens van deze voorziening betwijfeld wordt, dan heeft de hele jeugdzorg er last van. Hier heeft de gemeente wel een gestrenge verantwoordelijkheid. Jaarverslagen lezen en gesprekken met de directie, dat is onvoldoende. Te overwegen valt hiervoor zonodig de zware methode van visitatie door beroepsgenoten te hanteren.

Welke voorziening kan geschrapt worden

  • Dagopvang – zie paragraaf Ambulante gezinshulp versus dagopvang
  • Ongetoetste therapieën als Sport & Spel Therapie, Paardentherapie, Gametherapie, Neurofeedback. Er zijn GGZ-standaarden voor.
  • Vroege lichte hulp. Dit roept extra cliënten op en voorkomt zware zorg niet
  • Preventief bedoelde projecten en de vele verwijzende, voorlichtende aanpakken die geen interventie zijn, allemaal bedoeld om de vraag om hulp te verlagen. Vergoed alleen wat aantoonbaar zware zorg voorkomt.

Aanpak: Hiervoor is nodig dat de bezwarenprocedures, beoordeeld worden door bezwaarcommissies die toetsen aan gemeentelijk beleid. En dat is dat aannemelijke doeltreffendheid een criterium is. Als die bezwarencommissies toetsen aan de wetstoepassing onder de noemer ‘Iedereen heeft recht op jeugdzorg kan niet schelen welke’, dan is Leiden in last.  Overigens hebben goed functioneren gemeentelijke systemen weinig bezwaarprocedures Verweij-Jonkers instituut, 2021 220470_Eigenwijs_transformeren_WEB.pdf

Dit klemt temeer, omdat mensen met een goed inkomen wel terecht kunnen in de particuliere sector, voor ineffectieve gametherapie en paardencoaching. Dit leidt tot gemopper en klachten. Maar on-Nederlands is dit niet. Want wie zich bijvoorbeeld niet aanvullend verzekerd heeft krijgt geen acupunctuur vergoed, hoe noodzakelijk diegene dat ook vindt. Zie paragraaf Kwaliteitscontrole.

Ambulante gezinshulp versus dagopvang

Ambulante gezinshulp is de enige voorziening die massaal gesteund moet worden, naast de zware noodzakelijke voorzieningen. Dit vindt onder verschillende noemers plaats, met  verschillende methodieken. Wie kwalitatief wat wil doen aan de jeugdzorg moet hierin investeren, in training en fte’s. En in een manier om het kaf van het koren te scheiden. Dagopvang parkeert het probleem. Er verandert niets. Dagopvang is wel een prettig ventiel in een overbelast systeem. Maar chronisch dagopvang stolt het probleem. Niet doen, helemaal mee stoppen, liever crisissen dan geld in het water gooien. Stop het geld in ambulante gezinshulp en breidt dit uit. Tijdelijke dagopvang kan net als een crisis-verblijfsopvang wel zinvol zijn, de zogenaamde respijt-opname.

Dagbehandeling

Dagbehandeling is wat anders dan dagopvang. Die instelling, het medisch kinderdagverblijf van Boschhuis, was er en was succesvol. Maar deze is wegbezuinigd. Medisch kinderdagverblijf – Alles over medische kinderdagverblijven

Kinder- en Jeugdpsychiatrie

Deze voorziening wil je. Er is geen enkele reden voor gedetailleerde facturering per cliënt. Er is ook geen reden voor dicteren hoelang iets mag duren, wat er precies gebeurt, of vragen om DSM-V diagnoses. De kinder- en jeugdpsychiatrie heb je nodig voor complexe diagnostiek, voor psychoses en voor achtervang bij gewone diagnostiek. Misschien moet de crisisverblijfsopvang wel een afdeling van de Kinder- en Jeugdpsychiatrie worden. De enige voorwaarde die de gemeente stelt is wachttijden, niet hoe die wachttijden bereikt worden. Dit betekent strenge professionele selectie aan de poort, na verwijzing. Hoe dat verwijzen gaat, dat bepaalt de kinder- en jeugdpsychiater. Dit is dus iets anders dan het adagium ‘Opschalen als dat nodig is’, wat regelmatig leidt tot seriële stapeling van wachttijden.

De grootste deskundigheid hoort bij de toegangspoort te zitten. Dit is bewezen effectief. Verweij-Jonkers instituut, 2021 220470_Eigenwijs_transformeren_WEB.pdf

24-uurs verblijf

Ook deze instelling kan met een jaarbudget gefinancierd worden. De verdeling van de kosten over de regio zijn op te lossen met populatiefinanciering, naar inwoner aantal. Er is nooit leegloop, er is hoogstens beroerde doorstroming. Dit is logisch, want het gaat om chronische problemen. Misschien moet deze voorziening wel uitgebreid worden. Want het gaat hier om als regel onbehandelbare ernstig verstoorde kinderen dan wel onmachtige opvoeders van moeilijke kinderen. [4]

Crisisopvang

Deze voorziening wil je, ze is noodzakelijk. Dit is regionaal georganiseerd. Net als de 24-uursopvang is facturering per cliënt overbodig. Populatiefinanciering is het makkelijkste, naar het aantal inwoners. Bij cliënten van buiten Flevoland moet er iets anders geregeld worden. Crisisopvang moet altijd samengaan met ambulante gezinsinterventie. Anders gebeurt er niets. Dit betekent dubbele kosten. Alleen crisisopname is vragen om de volgende crisisopname. Vermoedelijk moet hiervan de capaciteit uitgebreid worden. De crisisopvang is ook de plek voor de zware diagnostiek. Het zou kunnen dat hier een plek is voor de Kinder- en Jeugdpsychiatrie.

Verantwoording en budgetbewaking

Nu ligt de toegang bij de gemeente en bureau Save Jeugdbescherming, met stapels procedures. Daar liggen de voorwaarden die in de Jeugdwet genoemd worden. Dit is de bron van overbodige bureaucratie. Strakke bureaucratie is heilzaam, overbodige niet. Als je dit schrapt en bij wijze van spreken elke zorgverlener een budget geeft, dan ontstaan er direct de gevreesde wachtlijsten. De oplossing is de zorgverlener een belang in de maag te splitsen waardoor de zorgverlener selecteert bij aanmelding en zorgt voor doorstroming. De gemeente spreekt met de zorgverlener wachttijden af, zoals zij de aanrijtijd van de brandweer bepaalt. Zie paragraaf Selectie aan de poort en wachttijden. De zorgverlener moet dus zorgvragen gaan weigeren, om binnen het budget het hele jaar zorg te kunnen leveren. Dat kan ieder op zijn eigen manier doen, maar het moet wel. Want jeugdzorgvragen zijn door hun aard oneindig in aantal. Het aantal groeit als er meer zorgaanbod is. Een beetje wachtlijst is dan een heilzaam middel.

De vraag om jeugdzorg beïnvloeden is vele jaren het wat gemakzuchtige thema geweest, van politiek-bestuurders. “Niet elk druk kind heeft ADHD! Er zijn teveel onterechte vragen om jeugdzorg” was zo’n uitspraak. En “Preventie en vroege opsporing voorkomt vragen om jeugdzorg” was een andere. Beide opvattingen zijn ongetoetst en ineffectief gebleken.

Het is duidelijk dat aanbodsturing de enige manier is. Zeg ‘Nee’ bij de poort.

Selectie aan de poort en wachttijden

Selectie aan de poort door de zorgverlener én beheersing van de doorstroming, ook gestuurd door de zorgverlener, werkt alleen als de zorgverlener er voordeel van heeft. Het eerste voordeel voor de zorgverlener om selectie en doorstroming zelf te doen is een vast inkomen zonder declaratie administratie, dus 20-30% meer cliëntencontact.

Het tweede voordeel is dat de zorgverlener redelijke wachttijden moet laten zien. Dat vinden ze prettig, maar hoe kunnen ze dat doen? Ze hebben twee draaiknoppen, selectie aan de poort en kort behandelen. Dat eerste kunnen ze wel als ze moeten. Het laatste is afhankelijk van de aard van het probleem en van de stijl van de zorgverlener. Dit laatste is alleen binnen de beroepsgroep aan te pakken, maar in ieder geval is er geen financiële prikkel meer zoals nu wel het geval is.

Gemeentelijke voorwaarden

  1. Effectieve methoden. Wat een instelling doet moet voldoen aan professionele standaarden en die zijn dat het werkt wat ze doen, empirisch aantoonbaar. Zie paragraaf Wat kan geschrapt worden.
  2. Budget. Het toegewezen budget is een beperking
  3. Wachttijden redelijk. Dit betekent selecteren aan de poort en doorstroming beheersen
  4. Budget opgemaakt eind van het jaar en dus wachttijden is contractbreuk
  5. Kwaliteitsinspanningen, keurmerken en bezwaarprocedures laten zien

Aansluiting volwassen GGZ

Crisisopname zou op indicatie gekoppeld moeten worden aan de volwassen GGZ, als die nog functioneert in Almere. Ook in andere situaties zou dit zinvol zijn, evenals het inschakelen van huisarts en de POH GGZ.

De praktijk leert dat dit tegenvalt tegenwoordig. Er wordt behandelhulpeloosheid geventileerd, en waar mogelijk wordt geschermd met privacy. Dit is regelmatig tot schade van bedreigde kinderen. Wat ook mee kan spelen is een gebrekkig onderscheid tussen behandelbaar en hopeloos, en tussen redelijk gestructureerden en mensen met co-morbiditeit. We maken ons geen illusies.

Voorbeeld Een jeugdhulpverlener zegt “Ze zouden naar de schuldhulpverlening gaan, vader naar de verslavingskliniek en moeder naar de huisarts voor haar psychische narigheid. Tot die tijd parkeer ik het probleem van het bedreigde kind, want de thuissituatie is de oorzaak”. Beide ouders doen dit niet, wat gezien de structuur van de ouders logisch is. Na twee maanden belt de jeugdhulpverlener de huisarts, maar die zegt “Ik mag geen informatie geven”

Er gebeurt dus voorspelbaar niets.

Over kwaliteit

Er zijn altijd ratten en cowboys. Een anekdote is de wachtlijstactie van de Provincie lang geleden. De gedeputeerde gaf opdracht aan Boschhuis en de Reeve, nu Triade, om de mensen op de wachtlijst te bellen met de mededeling dat ze op de wachtlijst stonden. Vervolgens werden ze administratief van de wachtlijst afgevoerd, want “Er was contact geweest”. Per 31 december was die wachtlijst daarmee nul. Trots verkondigde de gedeputeerde dit op Omroep Flevoland, geen wachtlijst meer en daar had hij voor gezorgd. Een andere stroming is alleen lichte gevallen aannemen en die zo lang mogelijk doorbehandelen, liefst door laaggeschoolden. “Sorry, geen plek!”, werd dan geroepen. Vakgenoten wisten wel beter. Deze ratterigheid is vertoond binnen specialisten maatschappen, particuliere psychiatrie praktijken, groepspraktijken van GZ-psychologen, verpleeghuizen en wijkverpleging.

Kwaliteit heb je in soorten. Het minimumniveau, het gemiddelde, de ondergemiddelden, de ratten & geld-cowboys en de strafrechtelijke te vervolgen instellingen.

  1. Kwaliteitsdrempel om het minimum te definiëren:
    1. Landelijke keurmerken binnen de beroepsgroep. Die zijn er zelfs voor zorgboerderijen.
    2. Doorstroming, ziektewetpercentage, jaarverslag. Misschien tevredenheid metingen, maar of dat zin heeft bij vechtscheidingen…
    3. Klachtenregeling
  2. Kwaliteit gemiddeld
    1. Bijscholing, liefst lokaal met andere instellingen
    2. Onderlinge contacten, zoals vieringen en de bijscholingen
    3. Formele intervisie, liefst samen met andere instellingen
  3. Kwaliteit te laag en de ratten & geld-cowboys
    1. Ontdek je door rond te fietsen, koffie gaan drinken, informele melding van buiten, verwijzers, ouders en cliënten
    2. Te veel klachten volgens de gebruikelijke getrapte klachtenprocedure.
    3. Visitatiecommissie zet je dan in, van drie gewaardeerde vakgenoten van buiten de stad. Kost 1 dag met drie mensen, plus rapport maken, zeg €3000-4000
    4. Toezicht hierop: iets verzinnen, soms is bezoek Inspectie nodig
  4. Strafrechtelijk te beoordelen situaties
    1. Blijkt uit 3. Maar had je allang kunnen weten als je in het wereldje rondloopt
    2. Inspectie inzetten

Wat eerst doen?

Eerst doen wat je als gemeente geheel in eigen hand hebt en dat is de wijze van financieren. Daarna het veld schaak zetten, waarna het veld aan zet is.

  1. Zware instellingen [5] overzetten op instellingsfinanciering of populatiefinanciering. Geen voorwaarden, niet bezuinigen, niet monitoren, geen gegevens verzamelen. Na een jaar ga je eens op de koffie.
  2. Vermoedelijk ineffectieve programma’s stoppen en het veld laten aantonen dat ze wel effectief zijn.
  3. Als pilot een paar jeugdzorg programma’s ambulante gezinsbegeleiding als voorziening financieren en laten oefenen met wachttijd beheersing. Daarvan wijzer geworden de rest laten volgen.
  4. In overleg met ambulante gezinsbegeleiding een dagopvang sluiten en het budget naar de ambulante gezinsbegeleiding overzetten.
  5. Bezien of naburige gemeenten mee willen doen met allerlei standaardisatie

Conclusie

Er is veel mogelijk, voor minder geld, snel en met betere resultaten. Als men durft.


[1] Elders heet dit vanouds Bureau Jeugdzorg. Iemand heeft dit veranderd in het onbegrijpelijke Save, Engels voor ‘redden’, wat een nogal messiaanse invalshoek is voor dit werk.

[2] De Jeugdautoriteit is nieuw (2020), ontstaan uit bestuurlijke paniek. Ze voegen administratie toe door vele gegevens op te vragen bij instellingen.

[3] Denk aan zo’n ladder intake waarbij je bij elke trede moet aantonen dat je door mag naar de volgende trede. Een vragenlijst op een website, dan telefonische intake op MBO-niveau, dan half-uursgesprek, dan uitvoerige intake psycholoog met ev. diagnostiek.

[4] Over kosten en ideologie gesproken: waarom deze voorziening kleinschalig moet in de wijk is een raadsel.

[5] Kinder- en jeugdpsychiatrie, 24-uurs verblijf jeugd, regionale crisisopvang

Jeugdzorg anders regelen uitgewerkt Read More »

Financiering van de zorg: doe wat goed werkt en schrap controle

Financiering van de zorg: doe wat goed werkt en schrap de verstikkende controle | Trouw

gepubliceerd als opiniebijdrage in Trouw 4 januari 2025, zie link

De zorg wordt onbeheersbaar duurder, terwijl het er in veel sectoren niet beter op wordt. Dit komt deels door financiering per verrichting in plaats van per voorziening, deels door de verantwoordingsadministratie, kwaliteitscontrole genoemd. Vroeger werden veel zorgvoorzieningen als geheel gefinancierd, naar populatiegrootte. Bijvoorbeeld, per 1000 inwoners kreeg Kruiswerk 0,5 wijkverpleegkundige. Net zo was de financiering geregeld van verpleeghuizen, crisisbedden en jeugdzorg. Zorgverleners voelden zich verantwoordelijk voor hun hele populatie. Bij drukte kreeg iedereen wat minder aandacht. Zo staat het ook in de Grondwet, de bevolking heeft recht op zorg. Nu is dit een individueel zorgrecht geworden, wat alleen fijn is voor sociaal handige mensen.

De financiering is veranderd in betaling per verrichting, met een oerwoud aan tarieven en voorwaarden, die steeds veranderen. Zorginstellingen hebben nu kostbare afdelingen voor contracteren en declareren, terwijl zorgverleners 20-50% tijd kwijt zijn aan registeren. Zo’n verrichtingenfinanciering heeft geleid tot efficiëntie, innovatie en goede dienstverlening bij de planbare specialistische ingrepen, in kantooruren, bij mensen met één ziekte. Wel gaat de financiële opbrengst van die zelfstandige klinieken nu naar investeerders en niet meer naar ziekenhuizen en spoedposten, die het daarom financieel moeilijk hebben. Een zorgvoorziening als geheel financieren en niet per verrichting doe je omdat de samenleving dat wil. Die wil dag en nacht een Intensive Care en een Spoedpost, zoals we een brandweerkazerne willen. Dat de Intensive Care niet vol ligt, de Spoedpost ’s nachts leeg en de brandweer in bed ligt, dat hoort erbij. Dat kost, maar dat is wat je wilt.

De bijwerkingen van de vroegere populatiefinanciering zijn bekend. Het was log, innovatie landde maar moeizaam en het hield geen rekening met de verschillen per regio. Dat weten we nu en dus kun je er wat aan doen. Daar is het politieke bestuur voor. Met onze ervaring met beide systemen hebben we geen ideologische opvatting meer nodig over marktwerking of niet. We weten namelijk nu wat werkt en wat niet. We kennen nu ook de bijwerkingen van beide systemen van financiering. De behandeling van staar is opgeknapt van financiering per verrichting. De wijkverpleging is er slechter van geworden en de spoedpost draait verlies. Wel zijn er politieke keuzes nodig. Het gaat namelijk ook om wat mensen belangrijk vinden, toegankelijkheid en nabijheid bijvoorbeeld, of persoonlijke continuïteit. Willen we vier vaste wijkverpleegkundigen in de wijk, of willen we kiezen uit 20 thuiszorg­bureautjes?

Dan de kwaliteitsverantwoording. Die kan geschrapt worden, want er was geen probleem met de kwaliteit. De beroepsorganisaties hebben hun opleiding en bijscholing goed op orde. En voor de incidentele problemen hebben we de Inspectie. Stop met die niet-vakinhoudelijke registraties en de personele capaciteit neemt fors toe, voor hetzelfde geld. Laten we de volgende zorgsectoren weer ouderwets financieren per populatiegrootte. Huisartsen, wijkverpleging, spoedpost, verloskunde, crisisdiensten en de psychiatrie. Zij vormen de zorgbrandweer. En die wil je, dag en nacht.

Overigens, bezuinigen is makkelijk met populatiefinanciering. Per 2000 inwoners 1 wijk­verpleegkundige verander je in 1 per 2100 inwoners en je hebt 5% bezuinigd. Meer doen? Verander 1 verpleeghuisplek in 1,2 per 1000 inwoners. Voorwaarden? Den Haag besluit die extra 0,2 plekken aan dementiezorg te besteden. Zo simpel kan het zijn. De ene zorgsector met populatiefinanciering, de andere met betaling per verrichting, net wat het beste blijkt te werken. De nadelen van beide systemen zijn goed te compenseren. Al die overbodige registraties kunnen geschrapt worden, waardoor de capaciteit flink toeneemt, zonder uitbreiding van personeel. Kies wat je een publieke voorziening vindt en vooral, kies wat goed blijkt te werken.

Dr. N.P. van Duijn, huisarts in ruste

Financiering van de zorg: doe wat goed werkt en schrap controle Read More »

238 Waterwoorden, Glossarium Aqua Neerlandica

Gezegd wordt dat Eskimo’s tientallen woorden kennen voor soorten sneeuw en ijs. Zeelieden onderscheidden vroeger de bramzeilbries van de labberkoelte. En bergbewoners kennen meer steiltes dan onze heuvels en dalen. Ik vroeg me af hoeveel woorden we hebben om water te benoemen. Gracht, kanaal en ringvaart zijn voor Neder­landers drie verschillende watergangen die de Engelsen allemaal ‘canal’ zullen noemen. Verbijzonderingen tellen mee, zoals de verschillende soorten boezems, dijken en putten, inclusief verkortingen als bij zandzuigerput. De overeen­komst in de reeks is steeds ‘water ergens in, iets in het water, en waterwerken, natuurlijk of door mensen gemaakt, voorkomend in Nederland’. Verschillende schrijfwijzen als A, Aa en zijl, siel, syl tellen niet mee. Golf, fjord en stuwmeer zijn te buitenlands.

De woorden randmeer, spaarbekken en zuigerput zijn moderne woorden, evenals de vakwoorden estuarium en caisson. Woorden als rak, mui en kwelder zijn misschien wel meer dan duizend jaar in gebruik, tot nu. Andere oude woorden bestaan alleen nog in aardrijkskundige namen van watergangen, zoals de Brabantse Aa, de Westlandse Lee en de Dordtsche Kil.

Glossarium Aqua Neerlandica past in de reeks politieke schotschriften Glossarium Verba Irritantia Politicorum, Glossarium Holle Woorden en Eufemismen in politiek & bestuur; zie Politiek – nicovanduijn.nl

Onze natte geschiedenis is rijk, onze natte woordenschat ook.

  1. A, Aa, Ae
  2. Afwatering
  3. Aquaduct
  4. Baai
  5. Bedding
  6. Beek
  7. Bekken
    1. bergbezinkbassin
    1. spaarbekken
    1. waterbekken
  8. Bermsloot
  9. Boezem
    1. benedenboezem
    1. besloten boezem
    1. bovenboezem
    1. hoge boezem
    1. lage boezem
    1. tussenboezem
    1. vrije boezem
  10. Bovenwater
  11. Branding
  12. Braak
  13. Brekken
  14. Breriviermond
  15. Broek
  16. Bron
  17. Caisson
  18. Daliegat
  19. Dam
  20. Delf
  21. Delta
  22. Diep
  23. Dijk
    1. achterdijk
    1. bandijk
    1. binnendijk
    1. droge dijk
    1. dromerdijk
    1. dwarsdijk
    1. groene dijk
    1. inlaagdijk
    1. leijdijk
    1. natte dijk
    1. omringdijk
    1. ringdijk
    1. schaardijk
    1. slaperdijk
    1. stuifdijk
    1. winterdijk
    1. zanddijk
    1. zomerdijk
  24. Dijkput
  25. Dobbe
  26. Doorbraakgat
  27. Draaikolk
  28. Drainagebuis
  29. Drijfzand
  30. Duiker
    1. klepduiker
  31. Duinrel
  32. Duinpan
  33. E, Ee
  34. Eb
    1. ebstroom
  35. Estuarium
  36. Gat
    1. zeegat
  37. Gemaal
  38. Getijdenstroom
  39. Gracht
  40. Greppel
  41. Grift
  42. Geul
  43. Goot
  44. Grondwater
  45. Hank
  46. Hevel
  47. Hollestelle
  48. Inham
  49. Inundatie
  50. Kade, kaai
  51. Kanaal
  52. Kil
  53. Krib
  54. Kwelder
  55. Kwel
    1. kwelwater
    1. kwelbeek
  56. Kolk
    1. molenkolk
    1. sluiskolk
  57. Kom
  58. Kreek
    1. getijdenkreek
  59. Laagwater
  60. Lee, Leede
  61. Maar
  62. Meander
  63. Meer
  64. Moeras
  65. Moer
  66. Molentocht
  67. Mui
  68. Muiden
  69. Onderstroom
  70. Ondiepte
  71. Overlaat
  72. Overloop
  73. Overstort
  74. Overtoom
  75. Overstroming
    1. overstromingsvlakte
  76. Peilmerk
  77. Peilbout
  78. Peilhuisje
    1. peilschaalhuisje
  79. Peilschrijver
  80. Petgat
  81. Pier
  82. Pingo
  83. Priel
  84. Put
    1. waterput
    1. regenput
    1. afvoerput
    1. rioolput
  85. Plaat
    1. zandplaat
  86. Plas
  87. Poel
  88. Pijpwel
  89. Rak
  90. Randmeer
  91. Rede
  92. Regenplas
  93. Regenton
  94. Ringvaart
  95. Riool
  96. Rivier
    1. rivierloop
    1. rivierarm
    1. dode rivierarm
    1. rivierbed
    1. rivierpand
    1. riviervak
    1. rivierengte
    1. riviermond(ing)
  97. Sas
  98. Schor
  99. Schotbalk
  100. Schut
  101. Singel
  102. Slenk
  103. Slibdepot
  104. Slikken
  105. Sprank
  106. Sloot
  107. Slufter
  108. Sluis
    1. duikersluis
    1. inlaatsluis
    1. schutsluis
    1. spuisluis
    1. tussensluis
    1. waaiersluis
  109. Spui
  110. Strandhoofd
  111. Strank
  112. Strekdam
  113. Stroom
  114. Stroomgebied
  115. Stroomversnelling
  116. Stortvloed
  117. Strubbe
  118. Stuw
    1. balgstuw
  119. Trechtermond
  120. Trekgat
  121. Trekvaart
  122. Toom
    1. overtoom
  123. Tocht
  124. Uiterwaard
  125. Vaargeul
  126. Vaart
    1. trekvaart
    1. ringvaart
  127. Ven
  128. Vliet
  129. Vloed
    1. vloedstroom
  130. Vloedkom
  131. Vloedplank
  132. Vloeiweide
  133. Voorde
  134. Vijver
  135. Waaier
    1. waai
  136. Waal
  137. Wadi
    1. kwelwadi
  138. Wadden
  139. Wal
    1. lagerwal
    1. hogerwal
  140. Wantij
  141. Waterbassin
  142. Waterbekken
  143. Waterberging
  144. Watergang
  145. Watering
  146. Waterlinie
  147. Waterloop
  148. Waterval
  149. Watervoerend pakket
  150. Welput
    1. welpijp
  151. Wetering
    1. voorwetering
  152. Wetland
  153. Werf, werve
  154. Wiel
  155. Wierde
  156. Wijk
  157. IJ
  158. Zee
    1. binnenzee
    1. waddenzee
    1. ijszee
  159. Zeearm
  160. Zeegat
  161. Zijl, siel, syl
  162. Zinkstuk
  163. Zomerbed
  164. Zuigerput
    1. zandzuigerput
    1. zandput
  165. Zwin

238 Waterwoorden, Glossarium Aqua Neerlandica Read More »

Ralph Pans, oud-burgemeester

Interview voor de Havenaar, kwartaalkrant voor Haven, bestierd door vrijwilligers

Ralph Pans was burgemeester van Almere van 1994 tot 1998. Hij en zijn vrouw wonen in Filmwijk, waar ze in 1995 hun huis hebben gebouwd. Overigens is Filmwijk-Zuid een bijzonder wijk met 588 woningen in 3 jaar gebouwd, na 1 jaar voorbereiding. Dit is een tempo wat we ons nu niet meer voor kunnen stellen. Waarom dat toen wel snel kon en nu niet meer? Toen was de voorbereiding in 1 jaar klaar, stratenplan getekend, vergunningen geregeld, architecten uitgenodigd en aannemers gebeld. Die bouwden de huizen en voorzieningen, zonder dat beleidsmakers op het Stadhuis zich er mee bemoeiden. Dan gaat het rap.

Waarin vindt hij Haven anders dan Filmwijk? Filmwijk heeft wel wat dorps en is sociaal samenhangend, maar het blijft een woonwijk. Haven heeft dat dorpse sterker. Haven ligt ook dichter bij de natuur dan de andere stadsdelen. De Havenkom moet genoemd, een unieke plek in de stad. En ze gaan graag naar de Goede Rede Concerten. Voor de Kaasmakerij in de Marktstraat rijden ze om.

Na een bestuurlijke, en later juridische carrière is hij nu twee jaar met pensioen. En wat doe je dan met zo’n achtergrond? Wel, iets geheel anders. Hij is gaan studeren, Hebreeuwse Taal en Cultuur in Amsterdam. Zijn hobby’s zijn even bedachtzaam, namelijk golfen, piano spelen, naar de opera, naar de Goede Rede concerten in Haven en de duurloop sport. Hij heeft zelfs een marathon gelopen met zijn dochters. Hij kan erg genieten van de weidsheid van het uitzicht als hij rond Haven op de Gooimeerdijk loopt.

Pans werd hij op zijn 26ste wethouder in Zaanstad, en bleef dat lang, 1978-1990. Verder is hij secretaris-generaal van Verkeer & Waterstaat geweest en heeft daar nog net een paar maanden met Annemarie Jorritsma als minister gewerkt. In 1994 werd hij de derde vaste burgemeester die Almere gekend heeft, na Cees de Cloe (1986-1993) en Han Lammers (1984-1986). Vervolgens werd hij in 1998 directeur bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Om zijn brede overheidservaring lokaal en landelijk kon hij 2011 zitting nemen in de Raad van State, het bijna 500 jaar oude adviesorgaan voor de regering. De Raad van State is ook de hoogste bestuursrechter voor individuele burgers die het niet eens zijn met besluiten van college en gemeenteraad.

Zo iemand komt dan vanzelf terecht in bestuurlijke nevenfuncties. De belangrijkste nu is de Raad van Toezicht van de Almeerse Scholen Groep. De Meergronden valt hieronder. Dat schoolgebouw moet vernieuwd worden, maar dat schiet niet op tot Pans’ grote ergernis. Steeds weer maakt de gemeente het ingewikkelder en verandert de plannen. Nu moeten er weer woningen bijgebouwd worden samen met de Meergronden nieuwbouw. Deze stroperigheid is verergerd de laatste 10 jaar. Natuurlijk moet je nu meer dan vroeger mensen meenemen in gemeentelijke plannen en allerlei belangen afwegen. Ambitie, beleid en onenigheid, het is allemaal nodig, want zonder nadenken tevoren wordt elk bouwplan een rommeltje. Maar dan is het klaar met nadenken en plannen schrijven. Nietje erdoor, aan de uitvoerders geven met de opdracht het in de afgesproken tijd af te krijgen. Verder moeten beleidsmakers er  dan vanaf blijven, vindt Pans.

En dat gebeurt niet. De beleidsmakers blijven bezig, blijven de plannen veranderen. Dat stoort de bouw, het vertraagt en het wordt veel duurder dan begroot was. En dus moet de financiering weer bekeken worden. 

Daarom schiet ook de nieuwbouw van de Meergronden niet op. Daarom wordt er nog niet gebouwd op het Floriade terrein. Daarom worden er bar weinig betaalbare woningen gebouwd. Eigenlijk wil je meer betaalbare woningen, voor onderwijsgevenden, politie en zorgmedewerkers. Als dat gebeurt, dan neemt het personeelstekort in die sectoren af. 

Volgens Pans heb je denkers en doeners. Als de doeners aan het werk gaan met het uitgedachte plan, dan moeten de denkers zich er niet meer mee bemoeien.

Nico van Duijn, 4 april 2024

Ralph Pans, oud-burgemeester Read More »

Annemarie Jorritsma-Lebbink gesproken

Annemarie Jorritsma woont nu zo’n 20 jaar in Almere Haven. Wel op een bijzondere manier, want zij en haar man Gerlof wonen in drie huizen onder één dak met de gezinnen van hun twee dochters, schoonzoons en vier kleinkinderen. De voordeuren komen uit op de gezamenlijke middenruimte. Ze komen elkaar dus regelmatig tegen. Vrijdagmiddag is de zogenaamde ‘vrijmibo’, de vrijdagmiddagborrel. Eén dag per week kookt Gerlof voor het hele zwikkie. Toen de kleinkinderen schoolgaand waren had Gerlof, die eerder met pensioen is gegaan dan Annemarie, de rol van de opa die zorgde dat de kleinkinderen van een naar school kwamen.

“Nu is leeftijd van de kleinkinderen in de fase dat ik onlangs mijn nieuwe föhn kwijt was. Ik weet dan waar die te vinden is: bij een kleindochter. Want oma’s föhn is beter”. Nu Annemarie niet meer echt werkt kookt zij ook regelmatig op die donderdag. Als er wat preciezer gekookt moet worden voor gasten, dan staat Annemarie in de keuken. Het laatste nieuws is dat ze in het Shantykoor gaat zingen. Dat koor bestond uit uitsluitend oudere heren. Maar nu er een paar dames meedoen heeft Annemarie zich aangesloten. Zingen doet ze graag. Als er muziek is en een microfoon kan ze zich niet altijd inhouden en zingt ze mee.

Gevraagd wat ze zou doen als de Postcodeloterij voor de deur stond met een paar miljoen, zou ze dan een huis in Amsterdam kopen? “Zeker niet”, zegt ze, “We hebben het hier in Haven erg naar ons zin. Het buurtje is erg aangenaam met al jaren wat vriendinnen daar met ons eigen appgroepje. Gerlof en ik wandelen veel in het Waterlandse Bos en het Cirkelbos, en we fietsen hier veel”.

“Haven wordt steeds leuker. We winkelen hier graag, met onze vaste adressen. Al die terrassen en restaurants van uitstekend niveau, De Kerkgracht is verfraaid, en steeds meer woningen in het centrum worden ertussen gebouwd. Ook de opgeknapte havenkom is een aanwinst. Het is een genoegen hier te wonen. Behalve het verdwenen Havenconcert, dat moet terug. Het Havenfestival is leuk, maar onaf zonder het beroemde Havenconcert”. Lastig is dat de havenkom architect het onmogelijk heeft gemaakt dat er op die plek bij de havenkom een podium gezet kan worden. Even niet opgelet, gemeente! Ze is het eens met mijn suggestie “Afgraven die architectonische bult bij de vlaggen en de grasplaggen terugleggen. Dat moet toch niet zo moeilijk zijn!” We filosoferen over hoe je nu toch dat budget voor het concert weer terugkrijgt.

Gaan jullie wel eens uit, naar het theater bijvoorbeeld? “Dat deden we graag, maar ik merkte dat die Corona-epidemie die gewoonte had veranderd. Daar hebben we wat aan gedaan. We zijn weer bij Vis a Vis geweest, bij Suburbia op de Kemphaan, en onlangs in het Concertgebouw, het La Scala orkest. Ook zijn we meer naar de agenda’s van de Kunstlinie en de Goede Rede Concerten aan het kijken. Dat genoegen is dus weer terug. Nog wensen voor jullie zelf? “Voor ons zelf zou ik zo graag de Gooimeerdijk weer open hebben. Dan rijden we veel makkelijker Haven in, in plaats van over de A6, of door de Schapenmeent. Buren die nu even makkelijk boodschappen in Eemnes doen gaan dat dan ook doen in Haven. En wat is er mooier dan over die dijk zo je dorpje in te rijden?“.

We zijn het eens. Die dijk moet weer open. En het Havenconcert moet weer terug.

Nico van Duijn

Voor de Havenaar, 2 oktober 2023

Annemarie Jorritsma-Lebbink gesproken Read More »

Sparen

Mijn schoonmoeder spaarde van eigen verdiende centen en van het weekloon van mijn schoonvader. Dat weekloon kwam in zo’n loonzakje. Dat sparen ging in potjes in de keuken. Een potje voor de huur, voor het gas en voor nieuwe schoenen. Van haar eigen centen, verdiend in eerste instantie met thuiswerken en later met een baan buitenshuis, spaarde ze voor bijzondere zaken als vakantie en voor haar rijbewijs. Daarna voor het rijbewijs van haar man. “Toon, nu moet jij je rijbewijs halen”. “Goed hoor”, zei Toon goedmoedig. En hij deed het. Hij wist dat het geld bij haar in goede handen was. Het was hard werken, maar het gezin kwam niet te kort. 

Over handen gesproken, mijn moeder had een gat in haar hand. Die kreeg huishoudgeld van mijn later goed verdienende vader en dat maakte ze op. De vaste lasten betaalde Pa van Duijn. Ik hoorde wel gekijf over “Ik kom te kort! Nico heeft nieuwe schoenen nodig”. Maar mijn vader was daar streng in, zeker omdat hij ook spaarde voor de studie van 5 kinderen en voor een buffer voor mijn broer met Down. Die schoenen kwamen volgende maand. De prijs van de schoenen zoals hij dat zag trok hij af van het huishoudgeld en de guldens voor de schoenen kreeg ze apart. “Zo, en dit is voor Nico’s schoenen”. “Ja maar, nu kom ik huishoudgeld te kort”. Pa was onvermurwbaar. Dat gat in haar hand, hij kende het.

Wij sparen ook, op de bank. Daar heet dat ook ‘Spaarpotje’. Ik heb er twee, voor de naheffing belastingen en voor een nieuwe auto over een paar jaar. De rest maak ik niet op, want ik heb de kunst afgekeken van de dochter van mijn schoonmoeder. Die heeft wel tien spaarpotjes op de bank. Dat hoeft niet, want je kunt ook gewoon een spaarrekening hebben en daarvan betalen wat je wilt. Ze kan het niet laten. Die spaarpotjes in de keuken, het is een beeld wat haar niet loslaat. En mijn dochter en de kleinkinderen? Die sparen ook en snappen dat. De oudste van 6 heeft zelfs een bankrekening, met pasje. Ze spaart. Ik verwacht dat deze vierde generatie binnenkort spaarpotjes opent bij haar bank, vermoedelijk een heleboel. 



Sparen Read More »

Slopen die lege panden

Eindelijk dan wordt het gebouw aan de Marktgracht gesloopt, bij de Meergronden, of verbouwd misschien. Een lelijke puist, wellicht al 20 jaar. Maak er woningen van. Bij de Sluis worden ook woningen gebouwd op een leeg stukje naast de parkeergarage, vierhoog lijkt me. Verder heeft de Roef en de oude apotheek appartementen gekregen. Het oude bankgebouw achter de kerk is een schande. In dat pand wilde het particuliere verzorgingshuis Redewaard ooit een zwembad bouwen, in de betonnen bankkluis. Er is veel meer, lege panden zat. Op de Paal een aantal lege kantoren. Op de Steiger ook een aantal, zowel rond bakker Abbekerk als aan de kant van Dorestad   en de Kringloop. En het NCCW-gebouw aan de Markenlaan niet te vergeten, waar nu vandalen elke week ruiten inslaan en brandjes stoken. Gelukkig is de sloop nu begonnen. Allemaal verwaarloosde panden die al 10-20 jaar leeg staan. Woningen bouwen in plaats van vervallen panden, dat is een goede ontwikkeling. 

Maar waarom duurt het 10-20 jaar? Blijkbaar kan de gemeente een eigenaar niet dwingen. Onze gemeente heeft namelijk geen leegstand verordening, zoals veel gemeenten wel hebben. Zo’n verordening is zo in te stellen. Bel die andere gemeenten en kopieer de verordening. Speculanten moeten het zijn, wachtend op een nog hogere grondprijs. Maak ze het leven zuur als ze elders in de stad een gebouw neer willen zetten. Waarom zou je hun mails vlot behandelen, vlot een afspraak maken? Een vergunning is helemaal makkelijk te traineren door op alle slakken zout te leggen. Publicitair jennen kan ook, met een persbericht met lelijke gebouwfoto’s en hun naam erbij, zo in het kadaster te vinden.

Moet het college wel lef hebben. Graag meer lef daar. We willen namelijk honderden woningen en geen verkrotte kantoren meer.

Slopen die lege panden Read More »

Groen

Groen van bomen, bermen en bossen, het roept een rustig soort emotie op. Genoegen op de fiets. Dan zie ik dat de Luzerne bloeit, die als veevoer wordt geteeld. Om zijn stikstofvormende  knolletjes werd het ook om de paar jaar gezaaid op akkers en weer ondergeploegd. Geen kunstmest nodig. Bij elk plantje hoort een verhaal. Dat zoek ik dan op. Die woekerende reuzeberenklauw bijvoorbeeld. Wist u dat de groenbeheerders in de polder jn de jaren zeventig die reuzeberenklauw zelf geïntroduceerd hebben? Daar hebben ze nu spijt van. Hoe bestrijd je die? Door in het vroege voorjaar schapen de eerste scheuten te laten opvreten. Later heeft dat geen zin meer. Bovendien is het dan lammerentijd, hopeloos dus.

Over die schapen, dat kost wat, maar niet veel. En wat moet je met die beesten die maar aanfokken? Slachten van de lammeren is al millennia een smakelijke manier. Maar dat vond een natuurclub zo’n naar idee dat ze die naar een schapenverpleeghuis in Spanje gestuurd hebben. Ondoordachte emotie, want na een jaar was het geld op en verdampte de dierenliefde. Niet erg praktisch volkje dus. Erg praktisch ben ik ook niet, dus dat schept een band. Ik mag ze wel. Ze durven vóór de orchidee te stemmen en tegen woningbouw voor hun dochter. Liever de bosviool in het Cirkelbos beschermen, dan met de auto naar je zieke oma in Zierikzee. Principes hebben, het is bewonderenswaardig. Ik heb er niet zoveel. 

Hoeft ook niet. Voor fietsen heb ik geen principes nodig. 

Havenaar 19 juli 2023

Groen Read More »

Op straat

Op straat lopen verhalen. Daar loop ik doorheen, met mijn levensverhaal, in Haven. Het is een warboel aan verhaallijnen, vanaf 1976, van vele levens, gezinnen, ex-partners, opa’s, oma’s en kinderen. Een enkele keer vier generaties lang. De een zegt gedag, de ander maakt een praatje, de derde kijkt me nadrukkelijk niet aan. Dat niet aankijken, soms snap ik dat, door dat verhaal, tientallen jaren geleden.

Eentje was boos op me over een paar minuten ruzie, misschien 35 jaar geleden. Ik vond dat niet terecht, maar vooral, ik vond het een naar mens. Om te pesten heb ik hem 20 jaar lang vriendelijk gegroet op straat. Langzaam aan ging hij terugknikken. Toen ben ik gestopt met knikken. Een ander vermeed jarenlang oogcontact, geen idee waarom. Nu gaat dat beter, maar alleen als ik het oogcontact start. Een geheim verhaal dus.

En mensen schieten me aan, om een praatje te maken over een verhaal van vroeger. Een verhaal wat ik echt niet meer ken. Een jongeman schiet me aan. “Weet u nog wat u zei toen ik net geboren was?” Geen idee. “U had die dag twee kraamvisites. U zei dat u mij een nogal lelijke baby vond vergeleken met die andere. Dat was ik”.

Ik wist het weer. Schaamrood. Ik heb ongenadig op mijn kop gekregen van zijn oma die boos de spreekkamer in stampte, dat ik dat nooit meer mocht zeggen. Het is een hele knappe jongeman geworden. Het kind van een kind van iemand en daar de vader van die zo mooi dood ging. Die iemand belde thuis aan, want ik woonde midden in het praktijkgebied. Dat zijn vader overleden was. Dit was de enige keer dat een patiënt thuis aanbelde. Ook op straat werd ik maar zelden aangesproken over medische zaken. De dokter deed geen spreekuur op straat. Dat respecteerde iedereen, nou ja, meestal. Het allereerste jaar gebeurde dat wel vaak. Meer consulten op straat dan in de spreekkamer.

Op straat passeerde ik een niet zo vrolijke vrouw. Ze had een puberliefde gehad, die jammer genoeg uit ging. Nu hebben ze beiden een wat schraal huwelijk met eigenlijk de verkeerde. Op de Markt zag ik de buurman van de man die berucht was om zijn spoedvisites, allemaal voor niks, met telefoontjes over pijn op de borst, met alle symptomen van een hartinfarct of maagbloeding, uit de medische encyclopedie. Tot hij een echte ziekte kreeg. De spoedvisites stopten en hij overleed binnen een paar maanden, als tevreden man. De hypochonder had gelijk en dokters niet. Hij had echt kanker. Dat wist hij al 25 jaar.

Ik loop langs de Roef, het voormalige restaurant. Van wie daar werkte zien we de een al een tijdje niet meer lopen met zijn hondje, langs ons huis. Hij is net overleden. De ander woont tegenover mijn dochter. We zwaaien. Verhaallijnen, een warboel bijna 50 jaar nu.

Haven met zijn Havenaren. Ze mopperen en roddelen graag, over anderen. Maar ze bedoelen het nooit zo rot als ze het zeggen. Wij doen mee, bij het klaverjassen. We mopperen wat af en weten het beter. Maar ook wij bedoelen het goed.

Havenaar 28 april 2023

Op straat Read More »