De Balkenende norm is het maximum salaris voor (semi)overheid als de gemeente, zorginstellingen en onderwijs: 178.000 € bruto, alles erin. Soms is het besturen van een grote organisatie moeilijk, vergt het lange dagen, is de verantwoordelijkheid groot, met een groter sneuvelrisico. Maar onwaarschijnlijk moeilijk of zwaar is besturen niet. Het is een vak. Dat kun je leren. Amateurs zonder enige opleiding met weinig talent en weinig ervaring kunnen gewoon wethouder of minister worden. Dit lost zich op met een paar extra ambtenaren erbij. Een bestuurder hoeft niet perse erg intelligent en vakkundig te zijn. Sociale handigheid en leerbaarheid is wel nodig. Bescheidenheid is prettig. Zelfs een kreuk is geen bezwaar.
Er was een (uitstekende) minister met dyslexie. Zijn ambtenaren moesten korte samenvattingen schrijven en kwesties mondeling goed formuleren. Dat ging prima. Verantwoordelijkheid en sneuvelrisico, is dat een reden voor meer verdienen? Dat lijkt me niet. Veel andere beroepen hebben meer verantwoordelijkheid. Sneuvelrisico’s regel je anders, met nette ontslagregelingen. Hoe hoger het risico, hoe royaler de regeling. Zijn er uitzonderingen, zoals geen goede kandidaten kunnen vinden voor 178.000 €? Nee, uitzonderingen zijn niet nodig. Dan doen we het maar met minder briljante bestuurders en verstevigen de staf om hen heen. Wie meer wil verdienen start maar een eigen bedrijf, als het lukt. Sterker nog, die Balkenende norm is een maximum, bedoeld voor de excellente bestuurder. De gewone bestuurder kan lager ingeschaald worden en eventueel doorgroeien. Want een salarisbriefje van 20.000 € netto suggereert elke maand weer “Je bent uniek, je bent geweldig”. Dat lijkt me slecht voor de mentale hygiëne.
Het gaat namelijk niet om het geld. De Balkenende norm is een zorgprogramma, om onze bestuurders gezond te houden. Het is mededogen. Ze boffen, die bestuurders.