Geheugen

Vandaag moest ik een raadsvergadering voorzitten en dacht onze gast de accountant een hand te geven. Het was de ambtenaar van financiën op de plek waar vorig jaar de accountant zat. De accountant zat nu aan de andere kant van de tafel. Dat is prosophypognosie, het slecht herkennen van gezichten. Toen hij wat zei herkende ik hem. Voor stemmen heb ik wel een geheugen. Een geheel beschadigd geheugen voor gezichten heeft Oliver Sacks beschreven in ‘The man who mistook his wife for a hat’, prosopagnosie, meestal na een blessure van het brein. Een van onze praktijkassistenten heeft hypergnosie. Die weet alles. Ik vraag dan

‘Hoe heet hij ook al weer:  versleten knie, woont op een hoog nummer van de Schoolwerf, deze week op het spreekuur’. Dan noemt ze zijn naam, geboortedatum en laatste recept.  Indrukwekkend voor mij met mijn globale hypognosie. Thuis riep ik laatst: ‘De shampoo is op!’. ‘Nee hoor’, zegt mijn vrouw, ‘onderste la rechtsachter’. ‘Heb ik gekeken, niets!’, zeg ik. ‘De shampoofles is geel, niet paars zoals andere keren’. Ze heeft weer gelijk, ik keek naar iets paars, want shampooflessen op zich herken ik niet, kleuren wel. Ze kent mijn gebrekkige geheugen voor vormen en plek. Zij kan op de A27 plotseling zeggen ‘Kijk daar rijdt de oude auto van de buurman uit 1994; overgespoten. De auto was blauw’. Uit haar geheugen duikt vanzelf die nummerplaat op.  Lastig lijkt me dat, zo’n vol brein.  Mijn gave vindt ze wel leuk. Ze krijgt complimentjes over de nieuwe schoenen, van 2 jaar oud. Hypergnosten zijn meester in een bekende wereld. Ze herkennen alles, ook wat ze niet willen zien. Wij hypognosten zijn vaker verbaasd. We zien gemakkelijker vreemde verbanden tussen voor ons nieuwe zaken. Geniet van de verschillen in begaafdheid.

Zie ook ‘Pijnlijke ontmoetingen’