Onlangs was ik in Oost-Berlijn, in de wijk Prenzlauer Berg. Het krioelt daar van de kinderen en ouders. Het is een oude, wat rommelige wijk, maar wel behoorlijk opgeknapt. Daar zat ik genoeglijk een boek te lezen op een van de vele terrassen. Er zijn brede stoepen, veel parkjes en kleine speeltuintjes op lege kavels tussen de oude panden. Gewoon zand in die zelfgemaakte speeltuintjes met klauterhout, een koffietentje en koeken voor een euro. Overal zie je vrolijke peuters met jonge ouders. In Almere heb je ook van die wijken, de kinderwagen wijken. Dat ziet er iets minder gezellig uit, zo’n strak Almeerse parkje, met rubberen tegels en een verwijderde schommel omdat 1 omwonende klaagde over het gepiep, van die schommel. Maar goed, de kinderen zijn hetzelfde. Er is wel een verschil, in ouders. In Almere komt een apart opvoedingstype voor: de Commando Opvoeding.
“Hierrrr komen! Nu!”. Met aansluitend het dreigende aftellen “Drie, twee, één…” Meestal negeert zo’n peuter dit gecommandeer. Er gebeurt toch niets bij nul. Ik vind het een akelige opvoedingsstijl; tenenkrullende machteloosheid. In het Duits zou dat zo klinken “Herkommen, sofort, ein, zwei …!” Maar ik heb het niet gehoord in dat vriendelijke Berlijnse wijkje. Sterker nog, dat wereldje staat eventjes stil als zo’n garnaaltje van 18 maanden op zijn knieën valt en brult van de pijn. Mams pakt het kleintje op voor een knuffel. Iedereen wacht rustig tot die garnaal uitgehuild is. Dat gaat vlug, want als de hele straat je vriendelijk aankijkt dan is het gauw goed, als je anderhalf jaar oud bent. Ze hebben het goed, de kinderen van de Prenzlauer Berg, zonder rubberen tegels, zonder verantwoord speelmeubulair, maar met hun ouders.