“Meer vrouwen in leidinggevende posities!” is de roep”. Zelf vind ik mannen/vrouwen niet zo belangrijk. Veel spannender is jong en oud. Ik wil een burgemeester van 19 jaar samen met een gemeentesecretaris van 64 jaar, of andersom. Een ziekenhuisdirecteur van 28 jaar, samen met een financieel directeur van 59 jaar, of andersom. Een 25-jarige die de magazijnlogistiek voor miljoenen automatiseert zonder de kouwe drukte van consultants en beleidsplannen. Een 23-jarige jongedame, hoofd Personeelszaken, die een functioneringsgesprek heeft met een 63-jarige. Dat kan binnenkort ook, want al die babyboomers zijn aan het pensioneren. Dan zijn de 20-ers aan de beurt. Ik denk dat jongeren evenveel fouten maken als 55-plussers. Het verschil
is dat jongeren sneller leren, sneller herstellen en het de volgende keer beter doen. Geef ze een matig jaarcontract, daarna een ton bruto als ze het blijken te kunnen. Laat ze nooit langer dan vijf jaar zitten. Als ze mislukken, dan moet je ze ook vlot ontslaan. Dan kan veel vrolijker dan bij ontslag van een manager van 59 jaar. Die beleven hun ontslag als een persoonlijke belediging. De afkoopsommen vliegen je om de oren. Zo’n jongere niet. Die wordt wijzer en sterker van een mislukking. Die solliciteert opgeruimd en wijzer naar een andere baan. Voor vakkennis is vaak een lange opleiding nodig, de langzame groei tot expert. Voor leidinggeven heb je onbevangenheid nodig, ambitie en herstelvermogen. Voor vakmanschap is geduld nodig. Voor leidinggeven gretigheid. Als mijn baas met pensioen gaat, dan graag een opvolger van 27 jaar. In de advertentie staat dan “Bij gelijke geschiktheid geven wij de voorkeur aan een 20-er; man of vrouw maakt ons niets uit”. Dan zorg ik dat het werk vakbekwaam gedaan wordt. Dan zorgt zij dat ik de gelegenheid krijg om dat te doen.