Mieren

Een mierenkolonie is een goed georganiseerd bedrijf. Het beschermt de koningin, haar eieren eigenlijk. Ze sjouwen heen en weer voor eten. Ze verdedigen zich tegen vijandige buurmieren. Ze herstellen de mierenhoop na een plensbui. Het vreemde is dat de mierenkolonie geen manager heeft. Er is geen raad van bestuur, er zijn geen teamleiders. Dit lijkt op ons brein.

Elke hersencel, elke zenuwvezel, elk breinstofje apart is maar dom onderdeel. Hersencellen apart kun je in leven houden, in het laboratorium. Maar ze kunnen niets. Nou ja, hersencellen kunnen signalen geven. En ze hebben ingebouwde spelregels over het optellen, afremmen of doorgeven van signalen. Het zijn domme signaalmachientjes met ingebouwde spelregels. Het zijn software brokjes zonder ziel. Maar samen, in een kluwen, in onze schedel vooral, samen vormen ze een intelligent, leerbaar mens dat op zijn 30ste handiger is dan op zijn 13e. Nergens in de hersenen is een management afdeling te vinden. Nooit is er een Raad van Bestuur hersenkern aangetroffen. Uw hersencellen zijn dus even dom als mieren apart. Maar tezamen gevoegd bent u en de mierenkolonie een slim, handig levend wezen dat steeds handiger wordt met ervaring. Er is wel één voorwaarde, de hoofdspelregel. Sta geen baas in uw hoofd toe. Laat het maar gebeuren daar tussen uw oren. Dan komt het vanzelf goed.