Hij had een chronisch dagelijks spanningshoofd, zonder pijn. Ik heb er een diagnose voor uit moeten vinden, want “spanningshoofd” bestaat niet, spanningshoofdpijn wel. Dat van die spanning is overigens raar, want meestal heeft de chronisch dagelijkse vorm niets met stress te maken, noch met spierspanning, wetenschappelijk aangetoond. Bij hem wel met het laatste. Alle spieren zaten strak om zijn hoofd, zonder stress. Dat gaf een drukkend, vermoeid wattengevoel, geen pijn. Dat beheerste al jaren zijn leven. Vele therapeuten had hij er voor bezocht. Voor de rest was het hetzelfde als spanningshoofdpijn.
Met mijn ene hand rond zijn achterhoofd en mijn ander rond zijn voorhoofd zachtjes drukken vond hij prettig; een kenmerk. Verder was er drukpijn op een aantal zenuwtjes van de schedel: aan de rand van het achterhoofd en in de gleufjes van de boven- en onderkant van de oogkas. En zijn nek stond strak. Hij kon het nare gevoel verminderen door bewust zijn hoofdspieren te ontspannen. “Maar dan heb ik zo’n sloom gezicht”, zei hij. Het vermoeide hem. Concentreren en moeilijke gesprekken vond hij uitputtend. Thuis vermeed hij de klussen. Hij beleefde het als een behoorlijke belasting. Ik moest denken aan rugmensen. Die hebben wel eens een ingeslepen verkeerde houding, met verkeerde spierspanning, zonder zwaar werk, zonder stress. Een verkeerde gewoonte die de rugpijn in stand houdt. Hij deed datzelfde met zijn hoofd. Raar was dat hem dit zo stoorde, zelfs zonder pijn. Welke overwegingen en gevoelens houden het in stand? Technisch gesproken: wat is zijn coping stijl? Een psycholoog kan hier verrassend uitpakken. Hij koos de psychosomatisch fysiotherapeut, om dit spiergedrag af te leren.
Een chronisch dagelijks spanningshoofd: een nieuwe diagnose in het rijtje pijngedrag stoornissen, categorie diversen “Pijngedrag zonder pijn”.