Mijn broer is huisarts en die zegt….

De lokale gepensioneerde huisartsen spreken elkaar regelmatig. We praten nogal eigenwijs, want we hebben overal verstand van. We noemen ons de huisartsensociëteit. Verder is het erg gepensioneerd. Een excursie naar het Waterschap, tuin opknappen van het zorgcentrum, dat soort dingen. Ik vroeg laatst “Wat doen jullie nu als een vriend veel te laat is opgenomen met (akelige diagnose)? Je hebt de pest in, je denkt het beter te weten. Die dokter had toch direct …” Vele verhalen rolden over tafel. We tobben er allemaal mee. Het is lastig. Een oude huisarts heeft veel oneffenheden van andere dokters gezien, zelf al veel inschattingsproblemen gehad. We zien precies waar het mis gaat. Protocollen helpen niet volgens de oude rotten, want het gaat juist mis voorbij de protocollen. Je bemoeien met de aanpak? Dat kan, maar

loyaliteit met ex-collega’s houdt ons tegen. Loyaliteit met familie, vrienden, buren duwt ons de andere kant uit. Het gewoon bespreken met de behandelend arts is het beste. Maar ja, toen ik dat deed bij het sterfbed van een familielid werkte dat niet. Vreselijk. Ik moest het overnemen. Bij een ander familielid werkte het uitstekend. Onverstoorbaar deed die dokter het bijzonder goed, terwijl één huisarts en drie verpleegkundigen over zijn schouder meekeken. Knap werk was dat.
Wat dan? Toch maar een protocolletje maken? Ik denk dat gewoon bespreken met de behandelend arts geprobeerd moet worden, met het getob erbij over je rol. Tweede spelregel: bemoei je alleen met ordening, de logistiek, de goede vragen helpen stellen. Dus niet de inhoud, wel het proces. Zo heb ik ooit al iemands klachten op een rijtje gezet. Meer was het niet, geen conclusie, geen redenering. Dat lijstje liet de patiënt aan zijn huisarts zien. De onvolledige gegevensverzameling werd compleet. Dat hielp. Ik weet namelijk hoe het brein van een dokter werkt. Stop er alles in en er rolt iets goeds uit. Slordigheid zit zelden in de analyse, wel in de gegevens. We tobben nog maar even door met deze rol van de oude dokter op de achtergrond. We wachten rustig af, tot we zelf patiënt worden. Lijkt ons niet zo moeilijk, als je een goede dokter hebt. De hele vergadering veert op. Als een stel bejaarden serveren we onze eigen kwaaltjes uit, aanpak erbij. We leren het nooit af, dat dokteren.