Goede zorg wordt door vaklui geleverd die werken in een goed georganiseerde omgeving. Wat nu te doen als de zorg niet goed is en het vakmens matige zorg levert? Moet de manager dat corrigeren of de vaklui onderling? Gewoonlijk houden vakmensen elkaar scherp, als beroepsgroep, als groep collega’s. Dokters onderling hebben daar een lange traditie in.
Over elkaars schouder heen kijken, laten zien dat het anders kan, corrigeren, samen problemen oplossen. En onderwijs geven, dat helpt. Met stagiaires en assistenten in opleiding om je heen moet je wel nadenken over alles wat je doet. De beste vaklui zijn chronisch ontevreden over hoe ze het doen. Maar ja, elke beroepsgroep kent zwakkere broeders en zusters. Ik heb het niet over tijdelijk matig functioneren; dat kan. Een stel bewerkelijke kinderen thuis, ouders ziek en broer aan de drugs. Dan ben je minder scherp in je werk. Maar wat als dat blijft? Eigenlijk moeten vakmensen onderling een matig functionerende collega corrigeren. Maar dat durven ze niet altijd. Dat zijn vervelende gesprekken die je vermijdt. Je bent toch maatjes. Liever laat je dat aan andere mensen over, je leidinggevende bijvoorbeeld. Een handige leidinggevende hoeft nooit in te grijpen. Die zorgt dat het zo georganiseerd is dat echt slecht werk niet voorkomt en matig functionerende vaklui gecorrigeerd worden. Maar soms moet het wel. Dan mag de leidinggevende dat vervelende gesprek voeren, over slecht werk, andere functie, of ontslag. Het probleem lijkt zo opgelost. Het gemiddelde niveau van bekwaamheid wordt door vaklui onderling geregeld. De uitschieters naar onderen zijn voor de leidinggevende. Blijft over: wat te doen met matig functionerende leidinggevenden? Moet de directeur dat aanpakken? Maar die snapt er helemaal niets van. Eigenlijk zouden vakmensen hun eigen leidinggevende moeten beoordelen, corrigeren en desnoods ontslaan. Dan zijn leidinggevenden ondergeschikten van de vakmensen, niet alleen andersom.