De regie bij euthanasie ligt bij de patiënt, maar ook bij de dokter. Dat is lastig. Juridisch bezien is het niet zo lastig. Het is overzichtelijk geregeld. De patiënt bepaalt of en wanneer. De dokter heeft een soort veto-recht en voert uit volgens de regelen der kunst. De praktijk is ingewikkelder. Patiënt en dokter maken samen die film over de laatste weken van het leven. Dat gaat niet altijd vanzelf, althans niet in dezelfde tempi. Meestal wel overigens, in harmonie. Maar soms is het zoeken in het onduidelijk geschreven script. Soms neemt de dokter de leiding door ongevraagd te suggereren over einde-van-het-leven beslissingen na te denken. Dat kan uitmonden in de onuitgesproken afspraak het er niet meer over te hebben. Ook kan de patiënt er over beginnen, met de euthanasieverklaring in de hand. Het wordt pas goed ingewikkeld als familie en vrienden eromheen weer andere tempo’s hebben, andere belevingen. Welk lijden op welke manier bestreden moet worden, dat wordt bepaald door de dodelijke ziekte. De zieke en de dokter hebben dat maar te volgen. De kern is het regieprobleem van de film over deze dood.
Ik denk dat de patiënt de regisseur is. De dokter is dan de producent. De passendheid van de film wordt bepaald door de patiënt-regisseur. De dokter-producent remt soms af of versnelt, maar zorgt vooral dat euthanasie mogelijk wordt, dat de film gemaakt kan worden. Een enkele keer moet de producent de filmopnames stop zetten; niet van harte, maar soms moet dat zoals bij onverwachte bewusteloosheid. En mensen eromheen, partner, familie en vrienden? Die maken de filmmuziek. Harmonieuze filmmuziek is het mooiste. Meestal is het ook mooi. Maar het hoeft niet. Ook een stomme film kan een fraaie aftiteling hebben. De zieke de regisseur, de dokter de producent, de mantelaars de muziek. Dan is de ziekte het script. De scriptschrijver is me een raadsel, maar daar zal verschillend over gedacht worden.