Dood
Mijn vader is dood gegaan. We hebben geluk gehad. Wij sterven in de goede volgorde: hij eerst, ik later. Verder leven wilde hij niet meer. Toch lukte het sterven niet. Hij had namelijk breinziektes waaraan je niet zomaar dood gaat, zoals tobberigheid, angsten, Parkinson en dementie. Dat bedlegerige en rolstoelafhankelijke vond hij nog het makkelijkste te dragen. Maar dat zijn brein verkruimelde, dat vond hij vreselijk. Zijn denken was zijn werk, zijn lust en zijn leven. En dat verpulverde, bij leven. Gelukkig kwam er een longontsteking langs, de vriend van oude mensen.
…