In een gezinnetje kan mama niet koken. Nou ja, boerenkool, maar dat lusten de kinderen niet. En frites halen en pizza opwarmen, dat kan ze ook. Papa kookt altijd. Die moet een weekend weg. Hij bereid eten voor morgen voor. Bij het eten complimenteert de 5-jarige zijn moeder. “Lekker, mama. Dat heb je goed opgewarmd”.