Internet is toch een raadselachtig verschijnsel. Per mail krijg ik het aanbod 55 lingeriesetjes te kopen. Dit heb ik één keer gedaan toen ze veertig werd, één setje dan. Ze heeft het pakje opengemaakt op een terras van een borg in Groningen, terug van vakantie met het hele gezin. Ik begreep niet goed waarom de tafeltjes om ons heen – 20 IT-specialisten op cursus – in lachen uitbarsten. Ik had namelijk veel moeite gedaan voor dat cadeautje. Ik was met een slip en BH van haar per trein naar Amsterdam gegaan. Chique lingerie, dat leek me iets voor Amsterdam, de grote wereld waar mensen rare dingen doen, zo las ik in de krant. Daar
moest ik dus wezen, want ondergoed kopen voor je vrouw vond ik nogal raar. De Bijenkorf wist ik te vinden, maar die vriendelijke mevrouw daar had geen rode. En dat wilde ik: rood ondergoed. Het Rokin, de Bonnetterie, daar moest ik wezen, zei ze. Dat ging mis. Hopeloos verdwaald in die grote stad waar ik nooit alleen kwam. Trambestuurders die ik vroeg waar uit te stappen riepen nors onverstaanbare dingen. Van de buschauffeurs in Almere was ik gewend dat ze zeiden “”Hier moet u er uit, meneer van Duijn”. Ik heb dus het eindpunt van lijn 3 gezien, en weer terug. Vele dameswinkels ben ik binnengestapt. Overal toonde ik haar ondergoed: “Dit is de maat, mevrouw, en dit is haar foto”. Ik hou van grondige voorbereiding bij spannende avonturen. Ik wist niet dat vrouwenondergoed zo duur was. Het was in onze arme tijd. Later vertelde mijn vrouw, die geschrokken het bonnetje zag, dat je dat kunt verwachten in de Van Baerlestraat. Daar was ik blijkbaar geweest. Ik ben maar terug gelopen. Die trambestuurders vertrouwde ik niet meer. Ze was er blij mee en daar ging het me om. Ze heeft het jaren met liefde gedragen.