Tasjesroof

Een jongedame wandelt ’s avonds naar een verjaardag met het hengsel van haar tas schuin over de borst. Een knul op een scooter rijdt recht op haar af, trapt hard  tegen haar been en trekt aan het hengsel. Ze valt op de grond, want die tas zit aan haar vast. Ze springt weer op en vlucht naar dat feestje, even verderop, op hakken. Die knul rijdt scheldend door, “kankerhoer” en zo; een mislukte straatroof. Dat het mislukt is blijkbaar haar schuld. Ze vraagt me ” Waarom doet hij dat nou? Ik begrijp zo’n jongen niet”. Ik denk omdat hij op dat moment geld nodig had. Dan beroof je iemand. Want dan heb je weer geld. Ik begrijp die redenering ook niet, maar het is wel logisch. Je hebt dorst en dus neem je een glaasje water.

Ingewikkelder is het niet in die hoofden van straatrovers,  met hun piepkleine garnalengeweten. Het gekke is dat de meesten na hun dertigste een gewoon leventje leiden. Sommigen hebben een uitkering, anderen een baantje. Een deel is justitieklant, maar ook dat stopt als regel. Ik ken geen straafrovers van 45 jaar. Intrigerend is wat ze gemist hebben voor hun 20ste en wat ontwikkelt zich na hun 30ste onverwacht wel? Ik zie ze zelden op het spreekuur. Nou ja, ze vragen SOA-testjes aan de praktijkassistente. Dan hebben ze de pest erin dat die laboratoriumnota onder hun eigen risico valt. Heel duur, zo’n test.

Misschien had die straatrover net een SOA-test zelf moeten betalen, en een kuurtje voor de druiper. Misschien had hij daarom geld nodig. Inderdaad, dat moet het zijn. Nu begrijp ik die jongen! Het is een schande, al die bezuinigingen op de zorg.