Een enkele keer verslaap ik me. Raar is dat ik dan 1 minuut voordat het spreekuur begint wakker schrik. Gelukkig woon ik dicht bij de praktijk. Tien minuten later zit ik achter mijn bureau, gepoetst en geschoren. Ik heb de wekker dan niet gehoord, denk ik. Maar misschien is dat niet waar. Misschien ben ik vergeten te bedenken dat ik naar de wekker moet luisteren. Vroeger kon ik bij het inslapen denken ‘Wordt wakker als het kind huilt’. Dat sprong ik vlot uit bed als dat kind huilde. Maar een knetterend onweer diezelfde nacht kon me niet wakker krijgen. Vaak word ik 1 minuut voordat de wekker afgaat vanzelf wakker.
Dat werkt het beste als ik me vlak voor het slapen bijvoorbeeld inprent “7.00 wakker worden!”. Als ik ’s nachts wakker wordt en bij het weer inslapen vergeet die “7.00 uur wakker worden” weer in te prenten, dan verslaap ik me. Het lijkt er op dat mijn breinwekker uitgezet is door het ‘s nachts wakker worden. Het is een echte wekker die je kunt verstellen. Want met de zomertijd op 21 juni verschuift de wekker een uur; als ik er aan denk tenminste. Mijn breinwekker is dus geen echte tijdklok, zoals de verstoorde klok bij een jet lag. Dat is een absolute klok die reageert op zonlicht en op melatonine. De wekker in mijn hoofd kan ik verzetten, met denkkracht. Het is een denkwekker. Verslapen is dan de denkwekker doelbewust uitzetten of vergeten aan te zetten. Wakker worden en verslapen: het zijn besluiten, vlak voor het slapen gaan.