Mijn nu overleden vader heeft eens zijn hand lelijk verbrand aan de warme kraan. Want ter preventie van Legionella-besmetting in het zorgcentrum was het kraanwater gloeiend heet gestookt (zie ‘Dement’). Ik nam toen aan dat behalve zijn denken ook zijn pijnzenuwen vertraging hadden. Dat blijkt niet zo te zijn. Mensen met dementie hebben juist een lagere pijntolerantie. Ze zouden dus eerder pijn moeten aangeven dan mensen zonder dementie. Het probleem is dat ze pijn sterk vertraagd rapporteren. Ze voelen dus eerder pijn, maar hebben het er niet over. Ik moest denken aan mijn broer. Broer Erik heeft het Down syndroom, ook een breinziekte. Hij heeft nooit pijn. Erik is een bikkel, vonden we altijd.
Misschien hebben we hem wel zijn leven lang tekort gedaan met te denken dat hij nooit pijn had. Misschien ervaart Erik even makkelijk pijn als een ander, misschien wel eerder pijn. Alleen rapporteert hij het niet gemakkelijk. Hij zegt er niets over. Pas laat begrepen wij, zijn vier broers, waarom hij zijn nieuwe bril niet droeg. Het bleek dat de neussteuntjes van de bril pijn deden. Hij zei er niets van. Hij pakte gewoon zijn oude bril.
Dementen, misschien ook wel Downers, zijn dus niet pijndoof. Ze zijn pijnstom.