Bewegingsangst is niet meer durven bewegen uit angst voor pijn. Dat is een goede reflex als je enkel gebroken is. Als het gips er af is, dan is het een verkeerde reflex. Dan moet je een beetje door de pijn heen lopen. Niet teveel, niet te weinig. Niet te vroeg, niet te laat. Dat is nu zo lastig, de vage grens tussen vermijden van die bewegingen en het opzoeken van de pijn door te bewegen. Net zo met schouderblessures. Ooit viel ik van de trap, zijdelings, met mijn arm omhoog. Het voelde alsof mijn hele arm eraf scheurde. De fysiotherapeut en moeder Natuur kregen die schouder redelijk op orde in een paar weken. Maar niet helemaal. Ik geef toe, ik mis de zelfdiscipline om die stomme oefeningen te doen.
Opeens kreeg ik door wat ik aan het doen was. Ik vermeed die arm te gebruiken. Kopjes opbergen hoog in de kast bijvoorbeeld, of mijn jas ophangen. Dat deed ik met mijn goede arm. Daar wist ik wat op. Die geblesseerde schouder moest voortaan alles doen. De gezonde arm kreeg vakantie, in een mitella. Pijnlijk of niet, aan het werk jij, mopperde ik op die nare schouder. Voortaan pak jij de vleespan van de bovenste plank, zonder hulp van de gezonde arm. En het bovenlicht open je zonder dat ik op een stoel ga staan. In de auto schakelen en sturen tegelijk. De zere arm deed braaf al het werk. Dat hielp. Binnen een maand kon ik alles weer, de pijn aan de arm was verdwenen. Bewegingen vermijden: het moet niet te lang duren. Geef de pijnlijke arm strafcorvee. De mitella is voor de gezonde arm.