Dansen
Dansen, je moet er talent voor hebben. Kleindochter van 5 jaar heeft dat, moeder en oma ook. Ze verzinnen de bewegingen ter plekke, op muziek. Onbegrijpelijk, zomaar uit hun hoofd. Dansen met voorgeschreven stapjes, dat lukte me wel, vroeger. Een paar jaar wekelijks dansles met zijn tweeën, de stapjes uit mijn hoofd leren en me laten sturen door haar. Dan lukte het. Want mijn benen instrueren die ingewikkelde bewegingen te maken, en ook naar de muziekmaat luisteren, dat kan ik niet, die twee dingen tegelijk doen. Ik de pasjes, zij de maat, dat was de taakverdeling. Dat was wel eens lastig voor haar. Dan stond ik plotseling stil op de dansvloer om te vragen of er niet ook een linksomdraai hoorde hier. Even een instructief gesprekje, en ik kon weer door. Tot ze rechtsomdraaide. Dan lagen we dubbel van het lachen. Want lol hadden we wel, op dansles.
Op TV wordt er heel anders gedanst. Daar springen ze alle kanten uit, en met zijn allen nog tegelijk ook. Armen en benen vliegen de verkeerde kant op zonder dat de dansers omvallen. Het ziet er knap aanstellerig uit, zeker met die rare gezichten die ze er bij trekken. Maar dat schijnt zo te horen. Eén-twee-drie verschillende stapjes en dat dan heel overzichtelijk steeds herhalen, dat doen ze op TV nooit. In het theater is het weer anders. Daar verbeelden ze al dansend iets uit. Ze dansen een boodschap, zo laat ik me dan uitleggen. Dat is nogal omslachtig en bewerkelijk. Al die gekleurde gympakjes aantrekken, lampen bedienen, de muziek, en een hoop personeel om de gordijnen open en dicht te doen. Om verdriet uit te beelden, of afscheid. Dat kan efficiënter, vind ik. Lees een gedichtje voor en je hebt je boodschap ook gebracht. “Truus is verdrietig, want ze neemt afscheid van haar geliefde”. Klaar. Eigenlijk is dansen overbodige bewegingen maken. Dat is mijn talent: in een paar woorden zeggen waar anderen een hele avond voor in het theater moeten zitten.