Bemoeien
Een jonge vlerk gooit een blikje op straat. Zeg je daar wat van? Een vader brult zijn treuzelende dochtertje van drie tot de orde, in de supermarkt. Een kind van vrienden kliedert de tafel onder, met ketchup. Zeg je daar wat van? Wanneer bemoei je je wel met een ander, en wanneer niet? Moeilijker is ‘waarom?’ Mijn ergernis is niet maatgevend voor andermans gedrag. Hoewel, onder die ergernis ligt een opvatting over goed en niet goed. Ik denk dat dat door velen gedeelde opvattingen zijn. Ja, dat denk ik dan maar. Laat ik eerst de smoezeligheid van mijn ergernis even wegpoetsen. Dan verschijnt daaronder zorgzaamheid; zorgzaamheid
…